Op het einde van de Nieuwe Oorlog of de Robotoorlog tijdens dewelke een groot deel van de mensheid het leven liet, vindt militair Cormac Wallace een grote zwarte kubus diep onder de grond in Alaska. Het ding blijkt een ‘zwarte doos’ te zijn waarin heel het verloop van de Robotoorlog gedocumenteerd werd door de kunstmatige intelligentie die de robots leidde. Wallace monteert dit relaas in voor mensen begrijpelijke vorm. Aanvankelijk waren het kleine incidenten: computergestuurd speelgoed dat vreemd begint te doen, een werkrobot die amok maakt. Technische foutjes waar de mensen weinig aandacht aan besteden, tot de hel losbreekt. Elektronisch bestuurde auto’s beginnen mensen op te jagen en te verpletteren. Huishoudrobots worden moordenaars. Naarmate de steden gezuiverd worden van de mensen beginnen de robots zichzelf te verbouwen tot militaire moordmachines, geleid door Archos, een door een geleerde geschapen kunstmatige intelligentie die alle elektronica overneemt. Vliegtuigen storten zich te pletter, de elektronische chaos is compleet over heel de wereld, miljarden mensen worden uitgemoord. Toch slagen enkelingen erin op snuggere manieren te overleven, zich zelfs te groeperen en terug te vechten, eerst in de steden maar daarna op het platteland waar de robots aanvankelijk moeilijk kunnen komen. Het Gray Horse leger, een groep indianen, wordt een der belangrijkste in dat verzet. Veel actie, enkele leuke vondsten en ook enkele macabere scènes, maar echt spannend wordt het zelden om verschillende redenen. Alles wordt verhaald in fragmenten waarbij vaak in enkele regels vlug op het einde nog verteld wordt wat daarna in het fragment gebeurt. Een doorgaande reeks moment opnamen van een gigantische oorlog. Ettelijke personen duiken op in die korte stukken, en die mensen blijken in de loop van het boek meestal iets met mekaar te maken te hebben dat hen verbindt maar dat zorgt voor een eerder neutrale aanpak van wat gebeurt. Archos is een dualistische ‘persoonlijkheid’ die we nooit kunnen begrijpen: ‘hij’ is uit op totale vernietiging van het menselijke leven maar tevens bestudeert hij precies alles wat levend is. Als dan plots enkele robots ‘ontwaken’, zich bewust worden van een eigen denken en persoonlijkheid bijna als mensen, en zich vrije robots noemen die weigeren te gehoorzamen aan de bevelen van Archos, tart dit vleugje mysticisme de geloofwaardigheid wel erg. Al de fragmenten leiden geleidelijk tot de finale confrontatie tussen de mens en het brein van de robots. Best interessant en ondanks de te gefragmenteerde structuur leest het gemakkelijk maar echte identificatie met de personages zit er niet in. Het citaat ‘Meesterlijk! Stephen King’ staat natuurlijk mooi op de cover, maar is wat overdreven voor een veel te lang boek. Wordt verfilmd door Steven Spielberg, als die erin slaagt met enkele herkenbare personages te werken kan het best een spectaculaire SF-actiefilm worden zoals ‘World War Z’, ook gebaseerd op zo’n fragmentenroman.
Eddy C. Bertin (3)
Eddy C. Bertin (3)
Robopocalypse I Querido I 2011-2014 I Paperback I 381 Blz. I 9789021454849 I Daniel H. Wilson