U bent uitgenodigd voor dialoog met een psychopaat.
Dit in Deflo’s nieuwste psychothriller, met in de hoofdrol een psychopaat die tussen elk hoofdstuk een monoloog/dialoog houdt met zichzelf, zijn spiegelbeeld, zijn alter ego, een echte persoon, of de lezer zelf. Zelfs op het einde dat zowaar insinuaties van het bovennatuurlijke bevat, blijft dit een enigma voor de lezer. Deze lang uitgesponnen en gedetailleerde monologen zijn erg hard, rauw en vulgair, dus je bent verwittigd. We krijgen wel een authentiek beeld van een jongen die zijn eerste meisje doodde toen hij 12 was, en die dan van kwaad tot erger (kan dat hier nog?) gaat. Vraag tot op het einde blijft: is dit echt, of psychotische wartaal. Erik Boen wordt dood en verminkt gevonden in de loft van systeemmanager Tom Slootmaekers, die een waterdicht alibi heeft: hij was op reis in Italië. Vaste hoofdpersonages, Dirk Deleu en Nadia Mendonck van de lokale recherche Mechelen, onderzoeken het verleden van het slachtoffer, blijkbaar smetteloos, tot de vuiligheid boven komt drijven. Boen had wel speciale voorkeuren, al duurt het wel even voor de lezer ze kan situeren. Twee vrouwen worden verdacht van de moord, maar er komt nog heel wat bij te pas voor er enige duidelijkheid komt in het enigma, en in de andere slachtoffers die de psychopaat vermeldt in zijn monologen. Tussendoor hebben Deleu en Nadia uiteraard hun eigen familiale en relationele problemen die voor het menselijke aspect zorgen, tussen het politiewerk door. Het thema van de gezichtsloze seriemoordenaar eens van zijn kant bekeken, en ja, Deflo weet de eindjes wel keurig samen te brengen maar het geheel leest wel erg enigmatisch en verward, wat ervoor zorgt dat het geheel erg traag verloopt. In typische Deflo stijl, met korte, flitsende zinnen van soms amper enkele woorden, maar dat is niet genoeg om de echte spanning op te drijven.
Eddy C. Bertin (3)
Dit in Deflo’s nieuwste psychothriller, met in de hoofdrol een psychopaat die tussen elk hoofdstuk een monoloog/dialoog houdt met zichzelf, zijn spiegelbeeld, zijn alter ego, een echte persoon, of de lezer zelf. Zelfs op het einde dat zowaar insinuaties van het bovennatuurlijke bevat, blijft dit een enigma voor de lezer. Deze lang uitgesponnen en gedetailleerde monologen zijn erg hard, rauw en vulgair, dus je bent verwittigd. We krijgen wel een authentiek beeld van een jongen die zijn eerste meisje doodde toen hij 12 was, en die dan van kwaad tot erger (kan dat hier nog?) gaat. Vraag tot op het einde blijft: is dit echt, of psychotische wartaal. Erik Boen wordt dood en verminkt gevonden in de loft van systeemmanager Tom Slootmaekers, die een waterdicht alibi heeft: hij was op reis in Italië. Vaste hoofdpersonages, Dirk Deleu en Nadia Mendonck van de lokale recherche Mechelen, onderzoeken het verleden van het slachtoffer, blijkbaar smetteloos, tot de vuiligheid boven komt drijven. Boen had wel speciale voorkeuren, al duurt het wel even voor de lezer ze kan situeren. Twee vrouwen worden verdacht van de moord, maar er komt nog heel wat bij te pas voor er enige duidelijkheid komt in het enigma, en in de andere slachtoffers die de psychopaat vermeldt in zijn monologen. Tussendoor hebben Deleu en Nadia uiteraard hun eigen familiale en relationele problemen die voor het menselijke aspect zorgen, tussen het politiewerk door. Het thema van de gezichtsloze seriemoordenaar eens van zijn kant bekeken, en ja, Deflo weet de eindjes wel keurig samen te brengen maar het geheel leest wel erg enigmatisch en verward, wat ervoor zorgt dat het geheel erg traag verloopt. In typische Deflo stijl, met korte, flitsende zinnen van soms amper enkele woorden, maar dat is niet genoeg om de echte spanning op te drijven.
Eddy C. Bertin (3)