Het leven van een weerwolf is eenzaam en saai.
Vooral als je de laatste blijkt te zijn van deze soort. Dat is het probleem van Jacob Marlowe die gebeten werd en dus in een weerwolf veranderde in 1842. Hij is nu bijna 200 jaar oud, waarvan 167 jaar als weerwolf, en is het grondig beu. Jacob leidt een beschermd bestaan in het huis van zijn oude vriend Harley in Londen. Harley is homo, Jacob niet en rent als weerwolf steeds zijn pik achterna. Jaren geleden kregen de weerwolven een virus en sindsdien leidt hun beet niet meer tot nieuwe soortgenoten. De WOCOP, een vereniging jagers wiens doel is alle weerwolven uit te roeien, geleid door de fanatieke Grainer en zijn geflipte side-kick Ellis, richt zich nu op de laatste weerwolf Jacob. Die is echter zijn leven moe. Zijn eerste daad na de transformatie was zijn jonge vrouw en zoals later blijkt, ook zijn ongeboren kind, doden en opvreten. Daar heeft nu zelfs na al die jaren nog problemen mee, vooral omdat de geest van elk van zijn slachtoffers ergens verwikkeld zitten in zijn geest. Interessant idee waarmee de auteur helaas weinig doet. Jacob heeft jaren gespeurd naar een mystiek boek over het ontstaan van zijn soort maar dat nooit gevonden. Na al die jaren moorden, vreten en neuken, is hij het beu en wil zich de volgende volle maan gewoon overgeven en laten doden. Daar zijn Grainer en Ellis niet blij mee, de dood van de laatste weerwolf moet voor hen een grandioze jacht worden, dus gaan ze tot macabere uitersten op Jacob opgefokt te krijgen. Dan ontmoet Jacob toevallig Talulla, een vrouwelijke weerwolf, en krijgt zijn leven weer zin. Jagen, vreten, neuken op zijn weerwolfs, dus liefst anaal, de pret kan niet meer op. Maar Jacob heeft niet allen de maniakken van het WOCOP achter zich, ook de vampiers willen hem. Ja, die zijn er ook, en uiteraard haten vampiers en weerwolven elkaar als de pest, ze worden kotsmisselijk van elkaars geur, maar via Jacobs bloed zouden de vampiers een serum kunnen ontwikkelen waarmee ze in de zon kunnen komen. De diverse partijen vliegen mekaar in de haren en Jacob probeert gewoon te overleven en Talulla te beschermen. Veel actie, al fronst de nuchtere lezer soms de wenkbrauwen bij de logica van sommige gebeurtenissen. Het leest best vlot en de auteur besteedt veel aandacht aan de emoties van de weerwolven tijdens het doden, de seks, etc. maar echt vernieuwend is het niet. De vaak opzettelijk literaire taal en stijl irriteren soms, en de vele filosofische en existentialistische bedenkingen van Jacob helpen het boek niet vooruit. Flinke dosis geweld en erotiek, een beetje humor. Best leuk, maar geen nieuwe klassieker. Dit is al een jaartje oud, maar wordt herdrukt in augustus met een veel betere omslag, tegelijk met het uitbrengen van het vervolg ‘De vrouw van de weerwolf’.
Eddy C. Bertin (3)
Vooral als je de laatste blijkt te zijn van deze soort. Dat is het probleem van Jacob Marlowe die gebeten werd en dus in een weerwolf veranderde in 1842. Hij is nu bijna 200 jaar oud, waarvan 167 jaar als weerwolf, en is het grondig beu. Jacob leidt een beschermd bestaan in het huis van zijn oude vriend Harley in Londen. Harley is homo, Jacob niet en rent als weerwolf steeds zijn pik achterna. Jaren geleden kregen de weerwolven een virus en sindsdien leidt hun beet niet meer tot nieuwe soortgenoten. De WOCOP, een vereniging jagers wiens doel is alle weerwolven uit te roeien, geleid door de fanatieke Grainer en zijn geflipte side-kick Ellis, richt zich nu op de laatste weerwolf Jacob. Die is echter zijn leven moe. Zijn eerste daad na de transformatie was zijn jonge vrouw en zoals later blijkt, ook zijn ongeboren kind, doden en opvreten. Daar heeft nu zelfs na al die jaren nog problemen mee, vooral omdat de geest van elk van zijn slachtoffers ergens verwikkeld zitten in zijn geest. Interessant idee waarmee de auteur helaas weinig doet. Jacob heeft jaren gespeurd naar een mystiek boek over het ontstaan van zijn soort maar dat nooit gevonden. Na al die jaren moorden, vreten en neuken, is hij het beu en wil zich de volgende volle maan gewoon overgeven en laten doden. Daar zijn Grainer en Ellis niet blij mee, de dood van de laatste weerwolf moet voor hen een grandioze jacht worden, dus gaan ze tot macabere uitersten op Jacob opgefokt te krijgen. Dan ontmoet Jacob toevallig Talulla, een vrouwelijke weerwolf, en krijgt zijn leven weer zin. Jagen, vreten, neuken op zijn weerwolfs, dus liefst anaal, de pret kan niet meer op. Maar Jacob heeft niet allen de maniakken van het WOCOP achter zich, ook de vampiers willen hem. Ja, die zijn er ook, en uiteraard haten vampiers en weerwolven elkaar als de pest, ze worden kotsmisselijk van elkaars geur, maar via Jacobs bloed zouden de vampiers een serum kunnen ontwikkelen waarmee ze in de zon kunnen komen. De diverse partijen vliegen mekaar in de haren en Jacob probeert gewoon te overleven en Talulla te beschermen. Veel actie, al fronst de nuchtere lezer soms de wenkbrauwen bij de logica van sommige gebeurtenissen. Het leest best vlot en de auteur besteedt veel aandacht aan de emoties van de weerwolven tijdens het doden, de seks, etc. maar echt vernieuwend is het niet. De vaak opzettelijk literaire taal en stijl irriteren soms, en de vele filosofische en existentialistische bedenkingen van Jacob helpen het boek niet vooruit. Flinke dosis geweld en erotiek, een beetje humor. Best leuk, maar geen nieuwe klassieker. Dit is al een jaartje oud, maar wordt herdrukt in augustus met een veel betere omslag, tegelijk met het uitbrengen van het vervolg ‘De vrouw van de weerwolf’.
Eddy C. Bertin (3)
The last werewolf I Mouria I 2011 I Paperback I 320 Blz. I 9789045802039 I Glen Duncan