Het verhaal
Ruimte: de laatste grens. Dit zijn de reizen van het sterrenschip Enterprise.
Zijn voortdurende opdracht: vreemde nieuwe werelden verkennen,
nieuw leven en nieuwe beschavingen zoeken
moedig gaan waar niemand ooit is geweest.
We schrijven in de jaren 2360. Ongeveer een eeuw geleden wist de bemanning van het ruimteschip Enterprise onder leiding van James T. Kirk (Patrick Stewart) haar voetsporen achter te laten in de analen van de geschiedenis van Starfleet. De huidige Enterprise met modelnummer NCC-1701-D is het vijfde Federationschip dat die naam draagt en staat onder leiding van kapitein Jean-Luc Picard. Tijdens de laatste jaren zijn er heel wat veranderingen geweest binnen de Federation: het vroeger zo vijandige keizerrijk van de Klingons is een bondgenoot geworden, maar de dreiging vanuit onder andere de Romulans – verre neven van de Vulcans – is groter dan ooit.
De bemanning van de brug bestaat buiten Picard uit de jonge eerste officier William Riker, de androïde Data, de blinde Geordi La Forge (LeVar Burton, wiens personage een speciaal visier draagt dat hem toelaat op alternatieve wijze te zien), veiligheidschef Tasha Yar (Denise Crosby), de Klingon Worf (Michael Dorn) en adviseur Deanna Troi (Marina Sirtis) – een half-Betazoid die telepathisch emoties kan detecteren. Verder zijn er ook nog de scheepsdokter, Beverly Crusher (Gates McFadden), en haar tienerzoon Wesley (Wil Wheaton).
Al vrij snel wordt de voltallige bemanning onderworpen aan een eerste test. Terwijl de Enterprise op weg is op een eerste opdracht in Farpoint, wordt het schip tegengehouden door een gigantisch psychisch net dat is gecreëerd door een van de Q, tot op dat moment onbekende entiteiten met goddelijke krachten. Q vertelt Picard dat hij onderworpen zal worden aan een test om te bewijzen dat de mensheid voldoende is geëvolueerd. Mislukking lijkt een zekere dood te betekenen...
Ruimte: de laatste grens. Dit zijn de reizen van het sterrenschip Enterprise.
Zijn voortdurende opdracht: vreemde nieuwe werelden verkennen,
nieuw leven en nieuwe beschavingen zoeken
moedig gaan waar niemand ooit is geweest.
We schrijven in de jaren 2360. Ongeveer een eeuw geleden wist de bemanning van het ruimteschip Enterprise onder leiding van James T. Kirk (Patrick Stewart) haar voetsporen achter te laten in de analen van de geschiedenis van Starfleet. De huidige Enterprise met modelnummer NCC-1701-D is het vijfde Federationschip dat die naam draagt en staat onder leiding van kapitein Jean-Luc Picard. Tijdens de laatste jaren zijn er heel wat veranderingen geweest binnen de Federation: het vroeger zo vijandige keizerrijk van de Klingons is een bondgenoot geworden, maar de dreiging vanuit onder andere de Romulans – verre neven van de Vulcans – is groter dan ooit.
De bemanning van de brug bestaat buiten Picard uit de jonge eerste officier William Riker, de androïde Data, de blinde Geordi La Forge (LeVar Burton, wiens personage een speciaal visier draagt dat hem toelaat op alternatieve wijze te zien), veiligheidschef Tasha Yar (Denise Crosby), de Klingon Worf (Michael Dorn) en adviseur Deanna Troi (Marina Sirtis) – een half-Betazoid die telepathisch emoties kan detecteren. Verder zijn er ook nog de scheepsdokter, Beverly Crusher (Gates McFadden), en haar tienerzoon Wesley (Wil Wheaton).
Al vrij snel wordt de voltallige bemanning onderworpen aan een eerste test. Terwijl de Enterprise op weg is op een eerste opdracht in Farpoint, wordt het schip tegengehouden door een gigantisch psychisch net dat is gecreëerd door een van de Q, tot op dat moment onbekende entiteiten met goddelijke krachten. Q vertelt Picard dat hij onderworpen zal worden aan een test om te bewijzen dat de mensheid voldoende is geëvolueerd. Mislukking lijkt een zekere dood te betekenen...
Bespreking
Star Trek: The Next Generation zag het levenslicht in 1987, ongeveer 20 jaar na de oorspronkelijke serie. De sterren van het originele Star Trek waren inmiddels al toe aan de vierde film die voortborduurde op de reeks en begonnen exuberante looneisen te stellen aan thuisstudio Paramount, dat dan maar besliste om een nieuwe serie op te starten met minder bekende – en vooral veel goedkopere - acteurs. Na een initiële weigering werd zelfs de bedenker van Star Trek bereid gevonden om ook de nieuwe serie te sturen. De bazen van Paramount waren ondertussen behoorlijk kwaad geworden omwille van de manier waarop de traditionele tv-stations met hen onderhandelden, namen het heft in handen en kregen hun nieuw geesteskind dankzij een inventieve marketingstrategie op verschillende tv-zenders. Het zou hen geen windeieren leggen.
Laten we maar beginnen met eerlijk te zijn: heel wat afleveringen dragen nog de stempel van het originele Star Trek met zich mee. Nu is dat natuurlijk logisch, maar jammer genoeg betekent dit ook dat heel wat verhalen behoorlijk kitscherig aanvoelen, waardoor ze soms meer doen denken aan de jaren negentienzestig dan de jaren tweeduizendzestig, in zoverre dat het soms moeilijk is om er onbeschaamd naar te kijken. Bedenker Gene Roddenberry had een ‘bijbel’ samengesteld waaraan de (vele) schrijvers zich moesten houden en dat maakte onder andere dat de verschillende bemanningsleden als ware vrienden moesten voorgesteld worden, zonder dat er ooit een onvertogen woord mocht vallen. Sommige scenaristen konden niet leven met Roddenberry’s visie en besloten om het dan maar bekeken te houden, terwijl hun overgebleven collega’s weinig consistent werk afleverden. Daardoor zijn bepaalde afleveringen het bekijken amper waard, terwijl andere al een glimp geven van de briljante serie die Star Trek: The Next Generation vanaf het tweede seizoen zou worden.
Hoewel Q een geliefd personage zou worden dat in totaal 8 keer zou opduiken, uitgesmeerd over 7 seizoenen, valt het ondanks de goede acteerprestaties van rasacteur John de Lancie niet altijd mee om hem zijn omnipotente zelf te zien wezen. Verder werden de Ferengi in The Last Outpost nog voorgesteld als idioten die constant aan het overacten waren (iets wat later werd gecorrigeerd, vooral toen Star Trek: Deep Space Nine begon), is het moeilijk om te geloven hoe de Enterprise lichtjaren per keer achteruit wordt geduwd in Where No One Has Gone Before en brengt de jonge Wesley Crusher – het meest gehate personage uit de geschiedenis van Star Trek – net iets te vaak redding als deux ex machina. Daar tegenover staan werkelijk uitstekende afleveringen, zoals Lonely Among Us (waarbij de Enterprise wordt besmet door iets dat van de computerterminals naar de bemanning en terug springt), Datalore (waarin we de ‘kwaadaardige broer’ van Data leren kennen), Heart of Glory (dat voor het eerst het eergevoel van de Klingons belicht), Symbiosis (waarin twee culturen waarvan een aan een plaag leidt en de andere een remedie heeft moeten verzoend worden) en het afsluitende The Neutral Zone (dat de Borg lanceerde, nog steeds ons favoriete ras binnen het Star Trek-universum).
De lijm de alles bij elkaar houdt, is ongetwijfeld de ijzersterke vertolking van Shakespeare-acteur Patrick Stewart als Jean-Luc Picard, wellicht de meest gewaardeerde kapitein van alle Star Trek-series en –films. De man staat echter niet alleen, want ook Brent Spiner levert geweldige prestaties af als Data, de toekomstversie van Pinocchio, terwijl Jonathan Frakes en Michael Dorn allebei erg goed zijn als respectievelijk William T. Riker en Worf. Minder sprekend zijn de iets te enthousiaste acteerprestaties van Denise Crosby, wiens Tasha Yar nooit echt overtuigt als veiligheidsofficier. Gates McFadden krijgt weinig te doen als Beverly Crusher, maar het is vooral de casting van Marina Sirtis als Troi die ons al jaren grijs haar bezorgt. Waarom? Waarom? Waarom? Haar personage krijgt behoorlijk veel aandacht, maar Sirtis klinkt haast voortdurend alsof ze in de kleuterschool haar script aan het voorlezen is en overtuigt op geen enkel moment als de complexe en (te) vrijgevochten Deanna Troi?. Jammer, want er werden duidelijk pogingen ondernomen om uit te pakken met driedimensionale, sterke vrouwelijke rollen, terwijl het net deze actrices zijn die het niveau een beetje naar beneden halen.
Laat het bovenstaande echter zeker geen reden vormen om deze serie niet aan te schaffen, want de pareltjes tussen de afleveringen zijn echt stralend wit, terwijl de serie gaandeweg meer en meer een eigen draai en richting begint te vinden. Geloof ons, het wordt alleen maar beter.
Star Trek: The Next Generation zag het levenslicht in 1987, ongeveer 20 jaar na de oorspronkelijke serie. De sterren van het originele Star Trek waren inmiddels al toe aan de vierde film die voortborduurde op de reeks en begonnen exuberante looneisen te stellen aan thuisstudio Paramount, dat dan maar besliste om een nieuwe serie op te starten met minder bekende – en vooral veel goedkopere - acteurs. Na een initiële weigering werd zelfs de bedenker van Star Trek bereid gevonden om ook de nieuwe serie te sturen. De bazen van Paramount waren ondertussen behoorlijk kwaad geworden omwille van de manier waarop de traditionele tv-stations met hen onderhandelden, namen het heft in handen en kregen hun nieuw geesteskind dankzij een inventieve marketingstrategie op verschillende tv-zenders. Het zou hen geen windeieren leggen.
Laten we maar beginnen met eerlijk te zijn: heel wat afleveringen dragen nog de stempel van het originele Star Trek met zich mee. Nu is dat natuurlijk logisch, maar jammer genoeg betekent dit ook dat heel wat verhalen behoorlijk kitscherig aanvoelen, waardoor ze soms meer doen denken aan de jaren negentienzestig dan de jaren tweeduizendzestig, in zoverre dat het soms moeilijk is om er onbeschaamd naar te kijken. Bedenker Gene Roddenberry had een ‘bijbel’ samengesteld waaraan de (vele) schrijvers zich moesten houden en dat maakte onder andere dat de verschillende bemanningsleden als ware vrienden moesten voorgesteld worden, zonder dat er ooit een onvertogen woord mocht vallen. Sommige scenaristen konden niet leven met Roddenberry’s visie en besloten om het dan maar bekeken te houden, terwijl hun overgebleven collega’s weinig consistent werk afleverden. Daardoor zijn bepaalde afleveringen het bekijken amper waard, terwijl andere al een glimp geven van de briljante serie die Star Trek: The Next Generation vanaf het tweede seizoen zou worden.
Hoewel Q een geliefd personage zou worden dat in totaal 8 keer zou opduiken, uitgesmeerd over 7 seizoenen, valt het ondanks de goede acteerprestaties van rasacteur John de Lancie niet altijd mee om hem zijn omnipotente zelf te zien wezen. Verder werden de Ferengi in The Last Outpost nog voorgesteld als idioten die constant aan het overacten waren (iets wat later werd gecorrigeerd, vooral toen Star Trek: Deep Space Nine begon), is het moeilijk om te geloven hoe de Enterprise lichtjaren per keer achteruit wordt geduwd in Where No One Has Gone Before en brengt de jonge Wesley Crusher – het meest gehate personage uit de geschiedenis van Star Trek – net iets te vaak redding als deux ex machina. Daar tegenover staan werkelijk uitstekende afleveringen, zoals Lonely Among Us (waarbij de Enterprise wordt besmet door iets dat van de computerterminals naar de bemanning en terug springt), Datalore (waarin we de ‘kwaadaardige broer’ van Data leren kennen), Heart of Glory (dat voor het eerst het eergevoel van de Klingons belicht), Symbiosis (waarin twee culturen waarvan een aan een plaag leidt en de andere een remedie heeft moeten verzoend worden) en het afsluitende The Neutral Zone (dat de Borg lanceerde, nog steeds ons favoriete ras binnen het Star Trek-universum).
De lijm de alles bij elkaar houdt, is ongetwijfeld de ijzersterke vertolking van Shakespeare-acteur Patrick Stewart als Jean-Luc Picard, wellicht de meest gewaardeerde kapitein van alle Star Trek-series en –films. De man staat echter niet alleen, want ook Brent Spiner levert geweldige prestaties af als Data, de toekomstversie van Pinocchio, terwijl Jonathan Frakes en Michael Dorn allebei erg goed zijn als respectievelijk William T. Riker en Worf. Minder sprekend zijn de iets te enthousiaste acteerprestaties van Denise Crosby, wiens Tasha Yar nooit echt overtuigt als veiligheidsofficier. Gates McFadden krijgt weinig te doen als Beverly Crusher, maar het is vooral de casting van Marina Sirtis als Troi die ons al jaren grijs haar bezorgt. Waarom? Waarom? Waarom? Haar personage krijgt behoorlijk veel aandacht, maar Sirtis klinkt haast voortdurend alsof ze in de kleuterschool haar script aan het voorlezen is en overtuigt op geen enkel moment als de complexe en (te) vrijgevochten Deanna Troi?. Jammer, want er werden duidelijk pogingen ondernomen om uit te pakken met driedimensionale, sterke vrouwelijke rollen, terwijl het net deze actrices zijn die het niveau een beetje naar beneden halen.
Laat het bovenstaande echter zeker geen reden vormen om deze serie niet aan te schaffen, want de pareltjes tussen de afleveringen zijn echt stralend wit, terwijl de serie gaandeweg meer en meer een eigen draai en richting begint te vinden. Geloof ons, het wordt alleen maar beter.
Beeld
Straf hoeveel moeite Paramount heeft gestoken in het oppoetsen van deze serie. Star Trek: The Next Generation werd oorspronkelijk opgenomen op (35mm) film, maar gemonteerd op videotape. Dat betekende dus meteen een grote duik in kwaliteit. Toen Paramount zag dat upgraden vanuit video niet de gewenste resultaten met zich mee bracht, werd er beslist om alle stukjes film opnieuw bij elkaar te puzzelen en te monteren zoals men voor tv had gedaan, waardoor we nu toch kunnen genieten van HD-kwaliteit op Blu-ray. Daar hield het echter niet op. Heel wat speciale effecten werden geretoucheerd of zelfs helemaal opnieuw gedaan. Het verschil met de oorspronkelijke effecten is als dag en nacht, zelfs zo sterk dat het soms jammer is dat men zich wel heeft gehouden aan de oorspronkelijke ontwerpen. Werelden die vroeger opzettelijk vaag werden gehouden, hangen nu in de ruimte met al hun details en zelfs de Enterprise ziet er nu een stuk realistischer uit. Op bepaalde punten wordt zelfs hedendaags filmniveau gehaald, wat toch wel straf is voor een jaargang die werd getoond in 1987.
Alle texturen en details komen veel beter tot hun recht, van de kreukjes in de uniformen tot de muren van de Enterprise toe. Minpuntje daarbij is dat sommige visuele effecten er nu ook minder realistisch uitzien: hier en daar is het duidelijk geworden dat iemand een pruik draagt of make-up op heeft, bijvoorbeeld. Het is een kleine prijs om te betalen. Ook de kleuren zijn overigens levendiger dan ooit, van de felrode uniformen tot de mosterdkleur van andere kleren toe. Het is een enorme en niet te onderschatte verbetering. Niet alles is perfect, van de wisselende korrelgrootte tot de niet altijd even zwarte schaduwen toe, maar beter had wellicht moeilijk gekund.
Het oorspronkelijk formaat (1.33:1) werd overigens wel bewaard, waardoor je geen vreemde visuele randfenomenen krijgt, al kunnen de meeste breedbeeld-tv’s het beeld natuurlijk wel uitrekken als je dat zou willen. De serie presenteert echter heel goed in deze ratio, dus is daar eigenlijk weinig reden voor.
Straf hoeveel moeite Paramount heeft gestoken in het oppoetsen van deze serie. Star Trek: The Next Generation werd oorspronkelijk opgenomen op (35mm) film, maar gemonteerd op videotape. Dat betekende dus meteen een grote duik in kwaliteit. Toen Paramount zag dat upgraden vanuit video niet de gewenste resultaten met zich mee bracht, werd er beslist om alle stukjes film opnieuw bij elkaar te puzzelen en te monteren zoals men voor tv had gedaan, waardoor we nu toch kunnen genieten van HD-kwaliteit op Blu-ray. Daar hield het echter niet op. Heel wat speciale effecten werden geretoucheerd of zelfs helemaal opnieuw gedaan. Het verschil met de oorspronkelijke effecten is als dag en nacht, zelfs zo sterk dat het soms jammer is dat men zich wel heeft gehouden aan de oorspronkelijke ontwerpen. Werelden die vroeger opzettelijk vaag werden gehouden, hangen nu in de ruimte met al hun details en zelfs de Enterprise ziet er nu een stuk realistischer uit. Op bepaalde punten wordt zelfs hedendaags filmniveau gehaald, wat toch wel straf is voor een jaargang die werd getoond in 1987.
Alle texturen en details komen veel beter tot hun recht, van de kreukjes in de uniformen tot de muren van de Enterprise toe. Minpuntje daarbij is dat sommige visuele effecten er nu ook minder realistisch uitzien: hier en daar is het duidelijk geworden dat iemand een pruik draagt of make-up op heeft, bijvoorbeeld. Het is een kleine prijs om te betalen. Ook de kleuren zijn overigens levendiger dan ooit, van de felrode uniformen tot de mosterdkleur van andere kleren toe. Het is een enorme en niet te onderschatte verbetering. Niet alles is perfect, van de wisselende korrelgrootte tot de niet altijd even zwarte schaduwen toe, maar beter had wellicht moeilijk gekund.
Het oorspronkelijk formaat (1.33:1) werd overigens wel bewaard, waardoor je geen vreemde visuele randfenomenen krijgt, al kunnen de meeste breedbeeld-tv’s het beeld natuurlijk wel uitrekken als je dat zou willen. De serie presenteert echter heel goed in deze ratio, dus is daar eigenlijk weinig reden voor.
Geluid
Ook het geluid kreeg een straffe makeover van stereo naar DTS-HD MA 7.1. Hoewel de achterste luidsprekers niet continu gebruikt worden, komt de Enterprise dankzij deze nieuwe mix wel meer tot leven dan ooit. Overal kan je een zacht motorgeluid horen, zonder dat dit ooit storend werkt, terwijl ook de planeetoppervlakten veel levendiger klinken dan vroeger. Het ‘theme song’ klinkt helderder en beter dan ooit, terwijl alle geluidseffecten een stuk realistischer worden weergegeven, of het nu om fotontorpedo’s, fasers of het geluid van een schip dat zich begint voort te bewegen aan warpsnelheden gaat. Minpuntje is wel dat de dialogen in een aantal aflveringen een beetje raar gemixt zijn, maar gelukkig geldt dit voor de meeste episodes niet.
Extra’s
Aan bonusmateriaal geen gebrek op dit Star Trek: The Next Generation – Season 1. Daartussen staan verschillende promoclipjes (op de eerste schijf) en een hoop oudere documentaires (op de zesde schijf), zoals hilarische bloopers (die wel niet in HD worden gepresenteerd), een 18 minuten durende, weinig objectieve documentaire over hoe de serie is begonnen en een subjectievere (en dus interessantere) documentaire van 15 minuten waarin mensen als producer Rick Berman praten over de problemen die ze ondervonden hebben bij het maken van een eerste seizoen. Verder krijgen we ook The Making of a Legend (15 minuten), waarin diezelfde Berman uitlegt hoe hij een soort ‘filmlook’ wilde geven aan de serie en Memorable Missions (17 minuten), waarin de verschillende acteurs leuke anekdotes ophalen over hun ervaringen bij het filmen.
Nog veel boeiender zijn de twee nieuwe HD-documentaires. De eerste schijf bevat Energized: Taking the ‘Next Generation’ to the Next Level (23 minuten), waarin uit de doeken wordt gedaan hoe de hele reeks opnieuw werd opgebouwd in HD. Op de zesde schijf vind je Stardate Revisited: The Origin of ‘Star Trek: The Next Generation’ terug, een 93 minuten lange documentaire die voornamelijk bestaat uit nieuwe en inzichtvolle interviews met zowel de cast als de crew over alle verschillende facetten van de reeks. Absoluut niet te missen, zelfs als je geen ‘Trekkie’ bent!
Ook het geluid kreeg een straffe makeover van stereo naar DTS-HD MA 7.1. Hoewel de achterste luidsprekers niet continu gebruikt worden, komt de Enterprise dankzij deze nieuwe mix wel meer tot leven dan ooit. Overal kan je een zacht motorgeluid horen, zonder dat dit ooit storend werkt, terwijl ook de planeetoppervlakten veel levendiger klinken dan vroeger. Het ‘theme song’ klinkt helderder en beter dan ooit, terwijl alle geluidseffecten een stuk realistischer worden weergegeven, of het nu om fotontorpedo’s, fasers of het geluid van een schip dat zich begint voort te bewegen aan warpsnelheden gaat. Minpuntje is wel dat de dialogen in een aantal aflveringen een beetje raar gemixt zijn, maar gelukkig geldt dit voor de meeste episodes niet.
Extra’s
Aan bonusmateriaal geen gebrek op dit Star Trek: The Next Generation – Season 1. Daartussen staan verschillende promoclipjes (op de eerste schijf) en een hoop oudere documentaires (op de zesde schijf), zoals hilarische bloopers (die wel niet in HD worden gepresenteerd), een 18 minuten durende, weinig objectieve documentaire over hoe de serie is begonnen en een subjectievere (en dus interessantere) documentaire van 15 minuten waarin mensen als producer Rick Berman praten over de problemen die ze ondervonden hebben bij het maken van een eerste seizoen. Verder krijgen we ook The Making of a Legend (15 minuten), waarin diezelfde Berman uitlegt hoe hij een soort ‘filmlook’ wilde geven aan de serie en Memorable Missions (17 minuten), waarin de verschillende acteurs leuke anekdotes ophalen over hun ervaringen bij het filmen.
Nog veel boeiender zijn de twee nieuwe HD-documentaires. De eerste schijf bevat Energized: Taking the ‘Next Generation’ to the Next Level (23 minuten), waarin uit de doeken wordt gedaan hoe de hele reeks opnieuw werd opgebouwd in HD. Op de zesde schijf vind je Stardate Revisited: The Origin of ‘Star Trek: The Next Generation’ terug, een 93 minuten lange documentaire die voornamelijk bestaat uit nieuwe en inzichtvolle interviews met zowel de cast als de crew over alle verschillende facetten van de reeks. Absoluut niet te missen, zelfs als je geen ‘Trekkie’ bent!
TECHNISCHE FICHE
Regie: Cliff Bole, Les Landau, Rob Bowman, Corey Allen, James L. Conway, Scenario: Gene Roddenberry, Maurice Hurley, Tracy Tormé, D.C. Fontana, Herbert Wright, John D.F. Black Productie: Rick Berman e.a. Fotografie: Edward R. Brown Muziek: Dennis McCarthy Montage: Tom Benko, J.P. Farrell |
ARTISTIEKE FICHE
Patrick Stewart Jonathan Frakes LeVar Burton Michael Dorn Martina Sirtis Brent Spiner Gates McFadden Wil Wheaton Denise Crosby |
Meer info: www.paramount.com
Beoordeling serie: ***1/2 (uit vijf sterren)
Beoordeling beeld: **** (uit vijf sterren)
Beoordeling geluid: **** (uit vijf sterren)
Beoordeling extra’s: **** (uit vijf sterren)
Beoordeling serie: ***1/2 (uit vijf sterren)
Beoordeling beeld: **** (uit vijf sterren)
Beoordeling geluid: **** (uit vijf sterren)
Beoordeling extra’s: **** (uit vijf sterren)