Het Razor Reel Fantastic Film Festival te Brugge vierde dit jaar haar eerste lustrum en deze mijlpaal onderstreepten de organisatoren door een programma samen te stellen dat nog nooit zo uitgebreid was. Daardoor was de oude binnenstad van Brugge, het epicentrum van het festival, van 25 oktober t/m 3 november 2012 fantastischer dan ooit – in beide betekenissen van het woord.
- Veelomvattend programma Ook dit jaar vond de opening wederom plaats bij multiplex Kinepolis. Gekozen was voor de Amerikaanse sf-film “Safety Not Guaranteed” van Colin Trevorrow. Hierin krijgen drie tijdschriftjournalisten een wel heel merkwaardige opdracht: ze moeten iemand interviewen die op zoek is naar een partner voor… een tijdreis! |
Afgesloten werd het festival in de zeer stijlvol ingerichte Cinema Liberty met de Britse actiethriller “The Seasoning House” van Paul Hyett. In deze in de Balkan anno 1996 spelende film wordt een doofstom meisje na de moord op haar familie ontvoerd en opgesloten in een geïmproviseerd bordeel, waar de soldaten hun lusten kunnen botvieren. Wanneer de troepen die haar familieleden vermoordden halt houden in deze hel, neemt ze op gruwelijke wijze wraak op de daders…
Daar tussenin werden tientallen films vertoond bij zowel Cinema Liberty als Cultuurcentrum De Biekorf, op een steenworp afstand van elkaar gelegen. Voor het eerst in de geschiedenis van het festival waren alle voorstellingen bij De Biekorf gratis toegankelijk – jawel, gratis! Voorwaar een geweldige service van de organisatoren, die hoge publieke waardering oogstte.
Het programma van het RRFFF was onderverdeeld in zes secties: Young Blood, Fantastic Scope, Razor’s Edge, Brainsploitation, BUTRR en Short Films.
De festivaltrailer was dit jaar gemaakt door de getalenteerde Britse filmmaker Leigh Dovey, die twee jaar eerder op het RRFFF goede sier maakte met zijn uiterst indringende, knap gemaakte thriller “The Fallow Field”. Twee anderen die aan deze film meewerkten, producer Colin Arnold en acteur Michael Dacre, waren ook nauw betrokken bij het creëren van de werkelijk schitterende RRFFF-trailer. Mede door de Victoriaanse setting ademt deze zeer veel sfeer. Bovendien is het filmpje niet gespeend van enig gevoel voor inktzwarte humor. Dacre speelt hierin een gewetenloze moordenaar met sardonische blik die op de Markt van Brugge een doodsangsten uitstaande jongedame op de hielen zit. Nadat zij het onderspit heeft moeten delven, brengt hij haar naar een bioscoop. En dan blijkt dat zij niet zijn eerste slachtoffer was…
- Altijd zoekend naar ruwe diamant
Waar hebben de organisatoren zich bij de selectie van de films eigenlijk door laten leiden? Thierry Phlips, voorzitter van de VZW Razor Reel en tevens gastenliaison en een der festivalprogrammeurs, antwoordt daarop: “Ik denk dat we een heel brede selectie hebben. De vijf mensen in de organisatie die de films beoordelen, hebben een zeer uiteenlopende filmsmaak, wat leidt tot een bijzonder divers en interessant programma. We zijn het zelden voor 100 % eens over een film, maar dat maakt het juist zo interessant, want niet iedereen houdt immers van dezelfde soort films. Daarom vind je bij ons naast de toppers die je op alle grote festivals tegenkomt en waar het publiek om vraagt ook een brede waaier aan nieuwe werken, komend uit de koker van aanstormend talent – mensen uit landen als Costa Rica en Rusland, die óók met film bezig zijn. Dat zijn vaak films die niet noodzakelijkerwijs of makkelijk ergens anders geselecteerd worden, maar die je bij ons dus wél te zien krijgt!”
Hoe kom je als festivalorganisatie achter het bestaan van een passende films uit de meer onbekende filmlanden als Costa Rica? “Niet slapen is een goed begin”, glimlacht Phlips. “Je slaapt niet, je leeft op internet, bezoekt andere festivals, waardoor je mensen leert kennen en een netwerk uitbouwt van producers en regisseurs, en vrienden daarvan. En die films belanden dan op een of andere manier in je schoot. Maar het is heel hard werken. Het is altijd zoeken, zoeken en nog eens zoeken naar de ruwe diamant, elk dag opnieuw.”
Daar tussenin werden tientallen films vertoond bij zowel Cinema Liberty als Cultuurcentrum De Biekorf, op een steenworp afstand van elkaar gelegen. Voor het eerst in de geschiedenis van het festival waren alle voorstellingen bij De Biekorf gratis toegankelijk – jawel, gratis! Voorwaar een geweldige service van de organisatoren, die hoge publieke waardering oogstte.
Het programma van het RRFFF was onderverdeeld in zes secties: Young Blood, Fantastic Scope, Razor’s Edge, Brainsploitation, BUTRR en Short Films.
De festivaltrailer was dit jaar gemaakt door de getalenteerde Britse filmmaker Leigh Dovey, die twee jaar eerder op het RRFFF goede sier maakte met zijn uiterst indringende, knap gemaakte thriller “The Fallow Field”. Twee anderen die aan deze film meewerkten, producer Colin Arnold en acteur Michael Dacre, waren ook nauw betrokken bij het creëren van de werkelijk schitterende RRFFF-trailer. Mede door de Victoriaanse setting ademt deze zeer veel sfeer. Bovendien is het filmpje niet gespeend van enig gevoel voor inktzwarte humor. Dacre speelt hierin een gewetenloze moordenaar met sardonische blik die op de Markt van Brugge een doodsangsten uitstaande jongedame op de hielen zit. Nadat zij het onderspit heeft moeten delven, brengt hij haar naar een bioscoop. En dan blijkt dat zij niet zijn eerste slachtoffer was…
- Altijd zoekend naar ruwe diamant
Waar hebben de organisatoren zich bij de selectie van de films eigenlijk door laten leiden? Thierry Phlips, voorzitter van de VZW Razor Reel en tevens gastenliaison en een der festivalprogrammeurs, antwoordt daarop: “Ik denk dat we een heel brede selectie hebben. De vijf mensen in de organisatie die de films beoordelen, hebben een zeer uiteenlopende filmsmaak, wat leidt tot een bijzonder divers en interessant programma. We zijn het zelden voor 100 % eens over een film, maar dat maakt het juist zo interessant, want niet iedereen houdt immers van dezelfde soort films. Daarom vind je bij ons naast de toppers die je op alle grote festivals tegenkomt en waar het publiek om vraagt ook een brede waaier aan nieuwe werken, komend uit de koker van aanstormend talent – mensen uit landen als Costa Rica en Rusland, die óók met film bezig zijn. Dat zijn vaak films die niet noodzakelijkerwijs of makkelijk ergens anders geselecteerd worden, maar die je bij ons dus wél te zien krijgt!”
Hoe kom je als festivalorganisatie achter het bestaan van een passende films uit de meer onbekende filmlanden als Costa Rica? “Niet slapen is een goed begin”, glimlacht Phlips. “Je slaapt niet, je leeft op internet, bezoekt andere festivals, waardoor je mensen leert kennen en een netwerk uitbouwt van producers en regisseurs, en vrienden daarvan. En die films belanden dan op een of andere manier in je schoot. Maar het is heel hard werken. Het is altijd zoeken, zoeken en nog eens zoeken naar de ruwe diamant, elk dag opnieuw.”
- Fraaie gratis catalogus
De catalogus van het festival, een full color-boekwerk op A4-formaat, zag er alwéér fraaier uit dan vorig jaar. Zoals ook voorgaande jaren was deze gratis verkrijgbaar – en dat voor zo’n werkelijk schitterende uitgave! Behalve beschrijvingen van alle films en overige programmaonderdelen, bevat de catalogus achtergrondinformatie over cast- en crewleden en een lawine aan – vaak smeuïge – trivia waar ongetwijfeld veel fans met genoegen kennis van zullen nemen.
Het grafische werk dat hierbij kwam kijken, komt op het conto van Hendrik Demarest, tevens een van de programmeurs. Over zijn werkzaamheden aan de catalogus zegt hij: “Elk jaar probeer ik vanuit een ander standpunt veranderingen aan te brengen in de catalogus. Aan de hand van mijn ontwerpen wil ik duidelijk maken dat het hier om een filmfestival gaat en probeer ik ook mensen te bereiken die zich normaal niet betrokken voelen bij het filmfestivalgebeuren. Bij sommige films hebben we gezien dat dit aardig lijkt te lukken, want deze blijken mensen aan te spreken die niet in de eerste plaats naar een fantastische film willen gaan kijken, maar gewoon een avondje uit zijn en een leuke film willen zien. En ik vind het wel een uitdaging om volgend jaar weer iets anders in elkaar te knutselen en daarmee opnieuw een groep aan te spreken die nog niet bekend is met het fantastische genre.”
Is het niet een probleem dat nogal wat mensen denken dat het allemaal horror is wat de klok slaat op het festival, waardoor de niet-horrorliefhebbers wegblijven? Demarest: “We beseffen dat veel mensen de term ‘fantastic’ nog niet echt kennen. Dus daarom proberen we iedere keer aan de hand van folders en dergelijke duidelijk te maken dat het echt wel gaat om meer dan alleen horror. Of we daarin geslaagd zijn, moet je aan het publiek vragen, maar wij doen ons uiterste best, zeker in Brugge, een stad die cultureel op een hoog niveau staat, om mensen te bereiken die zich er niet van bewust zijn dat er zoiets is in Brugge.”
- Young Blood
Young Blood geeft bezoekers een beeld van het werk van (relatieve) nieuwkomers binnen de fantastische cinema. Want binnen dit onderdeel worden steeds films gepresenteerd van veelbelovende makers die recentelijk hun eerste of tweede productie tot stand brachten. Gekoppeld hieraan is een competitie waarbij de winnaar niet alleen de Young Blood Award ontvangt, maar ook een promotiedeal.
Deze sectie bevatte de meest uiteenlopende films, variërend van de Iers-Britse horrorthriller met demonische trekjes “Citadel” van Ciaran Foy tot de in een écht laboratorium opgenomen, soms zeer intense Duits-Amerikaanse genetische manipulatie-thriller “Errors of the Human Body” van Eron Sheean. Plaats voor (al dan niet zwarte) humor was er ook, zoals in de Brits-Ierse buitenaardse invasiefilm “Grabbers” van Jon Wright en de Australische misdaadfilm “Crawl” van Paul China.
De catalogus van het festival, een full color-boekwerk op A4-formaat, zag er alwéér fraaier uit dan vorig jaar. Zoals ook voorgaande jaren was deze gratis verkrijgbaar – en dat voor zo’n werkelijk schitterende uitgave! Behalve beschrijvingen van alle films en overige programmaonderdelen, bevat de catalogus achtergrondinformatie over cast- en crewleden en een lawine aan – vaak smeuïge – trivia waar ongetwijfeld veel fans met genoegen kennis van zullen nemen.
Het grafische werk dat hierbij kwam kijken, komt op het conto van Hendrik Demarest, tevens een van de programmeurs. Over zijn werkzaamheden aan de catalogus zegt hij: “Elk jaar probeer ik vanuit een ander standpunt veranderingen aan te brengen in de catalogus. Aan de hand van mijn ontwerpen wil ik duidelijk maken dat het hier om een filmfestival gaat en probeer ik ook mensen te bereiken die zich normaal niet betrokken voelen bij het filmfestivalgebeuren. Bij sommige films hebben we gezien dat dit aardig lijkt te lukken, want deze blijken mensen aan te spreken die niet in de eerste plaats naar een fantastische film willen gaan kijken, maar gewoon een avondje uit zijn en een leuke film willen zien. En ik vind het wel een uitdaging om volgend jaar weer iets anders in elkaar te knutselen en daarmee opnieuw een groep aan te spreken die nog niet bekend is met het fantastische genre.”
Is het niet een probleem dat nogal wat mensen denken dat het allemaal horror is wat de klok slaat op het festival, waardoor de niet-horrorliefhebbers wegblijven? Demarest: “We beseffen dat veel mensen de term ‘fantastic’ nog niet echt kennen. Dus daarom proberen we iedere keer aan de hand van folders en dergelijke duidelijk te maken dat het echt wel gaat om meer dan alleen horror. Of we daarin geslaagd zijn, moet je aan het publiek vragen, maar wij doen ons uiterste best, zeker in Brugge, een stad die cultureel op een hoog niveau staat, om mensen te bereiken die zich er niet van bewust zijn dat er zoiets is in Brugge.”
- Young Blood
Young Blood geeft bezoekers een beeld van het werk van (relatieve) nieuwkomers binnen de fantastische cinema. Want binnen dit onderdeel worden steeds films gepresenteerd van veelbelovende makers die recentelijk hun eerste of tweede productie tot stand brachten. Gekoppeld hieraan is een competitie waarbij de winnaar niet alleen de Young Blood Award ontvangt, maar ook een promotiedeal.
Deze sectie bevatte de meest uiteenlopende films, variërend van de Iers-Britse horrorthriller met demonische trekjes “Citadel” van Ciaran Foy tot de in een écht laboratorium opgenomen, soms zeer intense Duits-Amerikaanse genetische manipulatie-thriller “Errors of the Human Body” van Eron Sheean. Plaats voor (al dan niet zwarte) humor was er ook, zoals in de Brits-Ierse buitenaardse invasiefilm “Grabbers” van Jon Wright en de Australische misdaadfilm “Crawl” van Paul China.
- Fantastic Scope
Fantastic Scope biedt festivalgangers een panorama van de hedendaagse internationale fantastische film in al zijn facetten. Hierbij doen de organisatoren telkens hun best om nog niet in België uitgebrachte films te selecteren die de kijker, zoals ze dat zelf noemen, een “feel good time” bezorgen.
Hiertoe behoorde onder meer de suspenserijke, met een amusant vleugje zwartgalligheid gelardeerde Costa Ricaanse paranormale horrorfilm “El Sanitario” van Miguel Alejandro Gomez. Hierin gaat een groep vrienden naar een verlaten sanatorium om daar een documentaire op te nemen over dit vroegere zieken- en weeshuis, waar het zou spoken. In dit gebouw vond ooit een brutale aanranding plaats en werd exorcisme bedreven. De documentairemakers gaan er heen met een fikse dosis scepsis, maar deze maakt gaandeweg plaats voor zinderende, beklemmende angst. Zonder meer een van de revelaties van het festival! Bovendien gebeurt het niet elke dag dat je een film uit Costa Rica ziet!
Eveneens een van de hoogtepunten van het festival was “The ABCs of Death”, een anthologie in 26 (!) delen waar de dood als rode draad doorheen loopt. De segmenten worden gebracht in volgorde van de letters van het alfabet, zoals de titel al suggereert. Elke filmmaker kreeg een letter toegewezen, waarna deze vrij was in de keuze van een titel die daarmee begon. In totaal gingen er 27 regisseurs uit allerlei windstreken mee aan de slag, wat (gelukkig maar) sterk van elkaar verschillende segmenten opleverde, al kwam in zeker wel vijf filmpjes een toilet voor. Maar dat kan alles te maken hebben met het feit dat het allemaal begon met het segment “T is for Toilet”… Er zaten enkele bijdragen bij die behoorlijk tot extreem ver gingen, maar grosso modo was het voor de genreliefhebber heerlijk verteerbare kost. Dat er 27 filmmakers aan deelnamen, kwam omdat één filmpje, “O is for Orgasm”, door twee mensen gemaakt was, namelijk Bruno Forzani en Hélène Cattet uit België. Twee regisseurs waren present op het festival, te weten de Britten Jake West, maker van “S is for Speed” en Simon Rumley, de man achter “P is for Pressure”. Ook naar Brugge overgekomen was actrice Lucy Clements, die in “S is for Speed” speelde.
Tevens bijzonder de moeite waard was “The Innkeepers” van Ti West, die trouwens ook een aflevering van “ABCs of Death” op zijn naam schreef, namelijk “M is for Miscarriage”. In “The Innkeepers” volgen we de beslommeringen van twee hotelmedewerkers, Luke en Claire, die buitengewoon weinig te doen hebben, omdat ze amper gasten hebben. Luke heeft als hobby het documenteren van bovennatuurlijke verschijnselen op een eigen website. Omdat er volgens hem ook in het hotel iets huist dat niet van deze aarde is, stelt hij apparatuur op om dat te registreren. Wat zich dan ontvouwt, is een aaneenschakeling van merkwaardige, angstaanjagende en – in dubbelzinnig opzicht – geestige gebeurtenissen.
Uit een heel ander vaatje tapte de Fransman Emmanuel Silvestre met de Engels gesproken thriller “Villa Captive”. Hierin heeft de Franse pornoactrice Lucy Lust (de échte pornoster Liza Del Sierra) het even helemaal gehad met het wereld waarin ze actief is en gaat daarom in het zonnige Miami van een vakantie genieten. Maar veel rust krijgt ze niet, want kort na haar aankomst wordt ze door naburige bewoners beroofd – vrienden van de wat simpele Jeremy, die het met haar aanlegt. Maar Lucy laat het er niet bij zitten en zint op wraak. Het resultaat is een af en toe bikkelharde film die herinneringen oproept aan films als “I Spit on Your Grave” en “The Last House on the Left”. Del Sierra (die in de credits overigens onder haar echte naam Emilie Delauney staat) mag dan niet echt de sterren van de hemel spelen, maar doet het beter dan velen waarschijnlijk hadden kunnen bevroeden. Bovendien is ze voor deze rol prima gecast. Een alleszins onderhoudende wraakfilm waarvan er heden ten dage te weinig gemaakt worden! De Belgische distributeur Zeno Pictures bracht deze film op 8 november 2012 op DVD en Blu-ray de markt en zal binnen afzienbare tijd een speciale editie hiervan uitbrengen met tal van extra’s en een boekje boordevol achtergrondinformatie.
Ook op het programma stond de Britse horrorfilm-met-een-knipoog “Cockneys vs Zombies” van Matthias Hoene, waarin Londen geteisterd wordt door een zombieplaag. Eveneens een komische zombiefilm was de met veel vaart gemaakte en enkele originele vondsten bevattende Canadese productie “A Little Bit Zombie” van Casey Walker, die op het festival aanwezig was. Het grote verschil met voornoemde rolprent is dat deze film zich voor zo’n 98 % richt op één zombie, of liever gezegd: iemand die langzaam maar zeker daarin verandert. Ongeloof en ontreddering maken zich vervolgens meester van zijn verloofde, zijn zus en haar vriend. Als klap op de vuurpijl krijgen ze ook nog te maken met twee fanatieke zombiejagers (waarvan de één lekker schmierend wordt neergezet door Stephen McHattie)!
Nogal traag (bij het slaapverwekkende af) en nauwelijks beklijvend daarentegen was de Russisch-Amerikaanse surrealistische satire “Branded” van Aleksandr Dulerayn en Jamie Bradshaw, waarin de makers commenteer trachten te geven op de hedendaagse reclamewereld en de invloed daarvan op consumenten.
Fantastic Scope biedt festivalgangers een panorama van de hedendaagse internationale fantastische film in al zijn facetten. Hierbij doen de organisatoren telkens hun best om nog niet in België uitgebrachte films te selecteren die de kijker, zoals ze dat zelf noemen, een “feel good time” bezorgen.
Hiertoe behoorde onder meer de suspenserijke, met een amusant vleugje zwartgalligheid gelardeerde Costa Ricaanse paranormale horrorfilm “El Sanitario” van Miguel Alejandro Gomez. Hierin gaat een groep vrienden naar een verlaten sanatorium om daar een documentaire op te nemen over dit vroegere zieken- en weeshuis, waar het zou spoken. In dit gebouw vond ooit een brutale aanranding plaats en werd exorcisme bedreven. De documentairemakers gaan er heen met een fikse dosis scepsis, maar deze maakt gaandeweg plaats voor zinderende, beklemmende angst. Zonder meer een van de revelaties van het festival! Bovendien gebeurt het niet elke dag dat je een film uit Costa Rica ziet!
Eveneens een van de hoogtepunten van het festival was “The ABCs of Death”, een anthologie in 26 (!) delen waar de dood als rode draad doorheen loopt. De segmenten worden gebracht in volgorde van de letters van het alfabet, zoals de titel al suggereert. Elke filmmaker kreeg een letter toegewezen, waarna deze vrij was in de keuze van een titel die daarmee begon. In totaal gingen er 27 regisseurs uit allerlei windstreken mee aan de slag, wat (gelukkig maar) sterk van elkaar verschillende segmenten opleverde, al kwam in zeker wel vijf filmpjes een toilet voor. Maar dat kan alles te maken hebben met het feit dat het allemaal begon met het segment “T is for Toilet”… Er zaten enkele bijdragen bij die behoorlijk tot extreem ver gingen, maar grosso modo was het voor de genreliefhebber heerlijk verteerbare kost. Dat er 27 filmmakers aan deelnamen, kwam omdat één filmpje, “O is for Orgasm”, door twee mensen gemaakt was, namelijk Bruno Forzani en Hélène Cattet uit België. Twee regisseurs waren present op het festival, te weten de Britten Jake West, maker van “S is for Speed” en Simon Rumley, de man achter “P is for Pressure”. Ook naar Brugge overgekomen was actrice Lucy Clements, die in “S is for Speed” speelde.
Tevens bijzonder de moeite waard was “The Innkeepers” van Ti West, die trouwens ook een aflevering van “ABCs of Death” op zijn naam schreef, namelijk “M is for Miscarriage”. In “The Innkeepers” volgen we de beslommeringen van twee hotelmedewerkers, Luke en Claire, die buitengewoon weinig te doen hebben, omdat ze amper gasten hebben. Luke heeft als hobby het documenteren van bovennatuurlijke verschijnselen op een eigen website. Omdat er volgens hem ook in het hotel iets huist dat niet van deze aarde is, stelt hij apparatuur op om dat te registreren. Wat zich dan ontvouwt, is een aaneenschakeling van merkwaardige, angstaanjagende en – in dubbelzinnig opzicht – geestige gebeurtenissen.
Uit een heel ander vaatje tapte de Fransman Emmanuel Silvestre met de Engels gesproken thriller “Villa Captive”. Hierin heeft de Franse pornoactrice Lucy Lust (de échte pornoster Liza Del Sierra) het even helemaal gehad met het wereld waarin ze actief is en gaat daarom in het zonnige Miami van een vakantie genieten. Maar veel rust krijgt ze niet, want kort na haar aankomst wordt ze door naburige bewoners beroofd – vrienden van de wat simpele Jeremy, die het met haar aanlegt. Maar Lucy laat het er niet bij zitten en zint op wraak. Het resultaat is een af en toe bikkelharde film die herinneringen oproept aan films als “I Spit on Your Grave” en “The Last House on the Left”. Del Sierra (die in de credits overigens onder haar echte naam Emilie Delauney staat) mag dan niet echt de sterren van de hemel spelen, maar doet het beter dan velen waarschijnlijk hadden kunnen bevroeden. Bovendien is ze voor deze rol prima gecast. Een alleszins onderhoudende wraakfilm waarvan er heden ten dage te weinig gemaakt worden! De Belgische distributeur Zeno Pictures bracht deze film op 8 november 2012 op DVD en Blu-ray de markt en zal binnen afzienbare tijd een speciale editie hiervan uitbrengen met tal van extra’s en een boekje boordevol achtergrondinformatie.
Ook op het programma stond de Britse horrorfilm-met-een-knipoog “Cockneys vs Zombies” van Matthias Hoene, waarin Londen geteisterd wordt door een zombieplaag. Eveneens een komische zombiefilm was de met veel vaart gemaakte en enkele originele vondsten bevattende Canadese productie “A Little Bit Zombie” van Casey Walker, die op het festival aanwezig was. Het grote verschil met voornoemde rolprent is dat deze film zich voor zo’n 98 % richt op één zombie, of liever gezegd: iemand die langzaam maar zeker daarin verandert. Ongeloof en ontreddering maken zich vervolgens meester van zijn verloofde, zijn zus en haar vriend. Als klap op de vuurpijl krijgen ze ook nog te maken met twee fanatieke zombiejagers (waarvan de één lekker schmierend wordt neergezet door Stephen McHattie)!
Nogal traag (bij het slaapverwekkende af) en nauwelijks beklijvend daarentegen was de Russisch-Amerikaanse surrealistische satire “Branded” van Aleksandr Dulerayn en Jamie Bradshaw, waarin de makers commenteer trachten te geven op de hedendaagse reclamewereld en de invloed daarvan op consumenten.
- Razor’s Edge
Films in de sectie Razor’s Edge spelen zich duidelijk buiten de “comfort zone” af en onderscheiden zich vooral van de rest door kernbegrippen als paradoxaal qua verhaal, eigentijds, vernieuwend en/of visueel krachtig.
Zo kreeg het publiek “Dead Sushi” geserveerd – de film, niet het voedsel. Hierbij ging het om een Japanse mix van actie, horror en humor van Noboru Iguchi waarin een ontslagen, op wraak uit zijnde medewerker van een farmaceutisch bedrijf met een speciale formule killersushi creëert. Vervolgens laat hij de dodelijke etenswaar los op zijn vroegere baas, die in een nabijgelegen hotel verblijft. Waardoor ook de andere gasten in rep en roer raken…
Ook voorgeschoteld werd de Canadese sf-film “Manborg” van Steven Kostanski, een van de leden van het vijfkoppige collectief Astron-6 dat eerder o.a. samen met Troma de hilarische film “Father’s Day” maakte. In “Manborg” ontwaakt een soldaat, na hevig strijd geleverd te hebben tegen een soort gemuteerde duivels, als een cyborg, Manborg genaamd. Als blijkt dat hij wordt ingezet als moderne gladiator in een arena, zet hij samen met een aantal anderen alles op alles om te ontsnappen en een revolutie te ontketenen. In deze met beperkte middelen gemaakte productie wordt de tentoongespreide heroïek met veel passie en overtuigingskracht in beeld gebracht, wat deze film doet uitstijgen boven de grijze middelmaat en veel meer doet zijn dan louter een staalkaart van special effects en stunts, hoe imposant deze ook zijn.
Maar de absolute topper onder de Razor’s Edge-films die ondergetekende zag was toch wel de Amerikaanse komedie “The Ghastly Love of Johnny X” van Paul Bunnell. In deze in stemmig zwart-wit gebrachte ode aan sf-films, melodrama’s en musicals uit de jaren ’50 worden Johnny X (Will Keenan uit o.a. “Tromeo & Juliet”) en zijn vrienden vanwege hun gezagsondermijnende praktijken verbannen naar de meest onplezierige plek die je maar kunt bedenken: de Aarde! Daar maken deze als mensen ogende aliens kennis met de aardbewoners, waaronder de vrouwelijke exemplaren, en beleven er van alles mee. Een centrale rol speelt hierbij een zanger op leeftijd die nog altijd bijzonder populair is (Reggie Banister uit o.a. de “Phantasm”-cyclus). O ja, er wordt ook nog in gedanst en gezongen! Dit is een film die waarlijk alles in zich heeft om een fenomenale cultklassieker te worden!
- Brainsploitation
Brainsploitation staat voor alles wat het festival aan gemeenschapsvorming en kennisverrijking kan bieden, zoals symposia, themaprogramma’s en Q&A’s met internationale gasten.
In het kader hiervan had men op 29 oktober een themadag rond mythen en legenden die geheel in het teken stond van de stop motion- en special effects-kunstenaar Ray Harryhausen. Er werd direct ijzersterk gestart met de gloednieuwe documentaire “Ray Harryhausen: Special Effects Titan”. Hierin blikt de inmiddels 92-jarige, maar nog aardig vitaal en welbespraakt overkomende meester terug op zijn lange carrière. Ook aan het woord komen bekende filmmakers die Harryhausen bewonderen, zoals Steven Spielberg, Peter Jackson, Terry Gilliam, John Landis, James Cameron, Robert Zemeckis en Guillermo del Toro. Later die dag werden twee klassiekers waaraan Harryhausen meewerkte vertoond: “Jason and the Argonauts” (1963) en “Clash of the Titans” (1981).
Een dag later was er een andere themadag, gefocust op de fantastische animatiefilm. Een deel van het programma hiervan was tot stand gekomen in samenwerking met het Anima Film Festival. Veertien korte animatiefilms passeerden de revue, alsmede de lange anime “Berserk: The Golden Age Arc”. Ook werd er een retrospectief gewijd aan de Nederlandse animatiefilmmaker, kunstenaar en muzikant Rosto, die zelf aanwezig was om duiding te geven aan zijn werk. Hoewel dit multitalent heel dankbaar was voor de aandacht die aan zijn werk werd geschonken en verguld was om op het RRFFF te gast te zijn, was de opkomst spijtig genoeg aan de geringe kant.
Omdat volgens de Mayakalender op 21 december 2012 de wereld vergaat, had de festivalorganisatie dit gegeven aangegrepen om één dag lang, op 31 oktober, de schijnwerpers te richten op “The End of the World”. Het startschot hiervoor werd gegeven met een symposium rond dit onderwerp, gevolgd door drie korte films die hier naadloos op aansloten. Daarnaast werden ’s avonds twee klassieke rampenfilms vertoond: “The Day the Earth Caught Fire” (1961) en “Miracle Mile” (1988). Beide films behoorden tegelijkertijd tot de Retro Night, die afgesloten werd met de James Bond-parodie “Casino Royale” uit 1967. Om nog even in 007-sferen te blijven, werd na deze late voorstelling een James Bond-party gehouden in Cinema Liberty, waarop bezoekers in stijl verschenen en de blackjacktafel niet ontbrak!
Films in de sectie Razor’s Edge spelen zich duidelijk buiten de “comfort zone” af en onderscheiden zich vooral van de rest door kernbegrippen als paradoxaal qua verhaal, eigentijds, vernieuwend en/of visueel krachtig.
Zo kreeg het publiek “Dead Sushi” geserveerd – de film, niet het voedsel. Hierbij ging het om een Japanse mix van actie, horror en humor van Noboru Iguchi waarin een ontslagen, op wraak uit zijnde medewerker van een farmaceutisch bedrijf met een speciale formule killersushi creëert. Vervolgens laat hij de dodelijke etenswaar los op zijn vroegere baas, die in een nabijgelegen hotel verblijft. Waardoor ook de andere gasten in rep en roer raken…
Ook voorgeschoteld werd de Canadese sf-film “Manborg” van Steven Kostanski, een van de leden van het vijfkoppige collectief Astron-6 dat eerder o.a. samen met Troma de hilarische film “Father’s Day” maakte. In “Manborg” ontwaakt een soldaat, na hevig strijd geleverd te hebben tegen een soort gemuteerde duivels, als een cyborg, Manborg genaamd. Als blijkt dat hij wordt ingezet als moderne gladiator in een arena, zet hij samen met een aantal anderen alles op alles om te ontsnappen en een revolutie te ontketenen. In deze met beperkte middelen gemaakte productie wordt de tentoongespreide heroïek met veel passie en overtuigingskracht in beeld gebracht, wat deze film doet uitstijgen boven de grijze middelmaat en veel meer doet zijn dan louter een staalkaart van special effects en stunts, hoe imposant deze ook zijn.
Maar de absolute topper onder de Razor’s Edge-films die ondergetekende zag was toch wel de Amerikaanse komedie “The Ghastly Love of Johnny X” van Paul Bunnell. In deze in stemmig zwart-wit gebrachte ode aan sf-films, melodrama’s en musicals uit de jaren ’50 worden Johnny X (Will Keenan uit o.a. “Tromeo & Juliet”) en zijn vrienden vanwege hun gezagsondermijnende praktijken verbannen naar de meest onplezierige plek die je maar kunt bedenken: de Aarde! Daar maken deze als mensen ogende aliens kennis met de aardbewoners, waaronder de vrouwelijke exemplaren, en beleven er van alles mee. Een centrale rol speelt hierbij een zanger op leeftijd die nog altijd bijzonder populair is (Reggie Banister uit o.a. de “Phantasm”-cyclus). O ja, er wordt ook nog in gedanst en gezongen! Dit is een film die waarlijk alles in zich heeft om een fenomenale cultklassieker te worden!
- Brainsploitation
Brainsploitation staat voor alles wat het festival aan gemeenschapsvorming en kennisverrijking kan bieden, zoals symposia, themaprogramma’s en Q&A’s met internationale gasten.
In het kader hiervan had men op 29 oktober een themadag rond mythen en legenden die geheel in het teken stond van de stop motion- en special effects-kunstenaar Ray Harryhausen. Er werd direct ijzersterk gestart met de gloednieuwe documentaire “Ray Harryhausen: Special Effects Titan”. Hierin blikt de inmiddels 92-jarige, maar nog aardig vitaal en welbespraakt overkomende meester terug op zijn lange carrière. Ook aan het woord komen bekende filmmakers die Harryhausen bewonderen, zoals Steven Spielberg, Peter Jackson, Terry Gilliam, John Landis, James Cameron, Robert Zemeckis en Guillermo del Toro. Later die dag werden twee klassiekers waaraan Harryhausen meewerkte vertoond: “Jason and the Argonauts” (1963) en “Clash of the Titans” (1981).
Een dag later was er een andere themadag, gefocust op de fantastische animatiefilm. Een deel van het programma hiervan was tot stand gekomen in samenwerking met het Anima Film Festival. Veertien korte animatiefilms passeerden de revue, alsmede de lange anime “Berserk: The Golden Age Arc”. Ook werd er een retrospectief gewijd aan de Nederlandse animatiefilmmaker, kunstenaar en muzikant Rosto, die zelf aanwezig was om duiding te geven aan zijn werk. Hoewel dit multitalent heel dankbaar was voor de aandacht die aan zijn werk werd geschonken en verguld was om op het RRFFF te gast te zijn, was de opkomst spijtig genoeg aan de geringe kant.
Omdat volgens de Mayakalender op 21 december 2012 de wereld vergaat, had de festivalorganisatie dit gegeven aangegrepen om één dag lang, op 31 oktober, de schijnwerpers te richten op “The End of the World”. Het startschot hiervoor werd gegeven met een symposium rond dit onderwerp, gevolgd door drie korte films die hier naadloos op aansloten. Daarnaast werden ’s avonds twee klassieke rampenfilms vertoond: “The Day the Earth Caught Fire” (1961) en “Miracle Mile” (1988). Beide films behoorden tegelijkertijd tot de Retro Night, die afgesloten werd met de James Bond-parodie “Casino Royale” uit 1967. Om nog even in 007-sferen te blijven, werd na deze late voorstelling een James Bond-party gehouden in Cinema Liberty, waarop bezoekers in stijl verschenen en de blackjacktafel niet ontbrak!
- BUTRR en Short Films
BUTRR is de samentrekking van BUTFF en RRFFF en verwijst naar de in 2011 gestarte samenwerking met het B-movie, Underground & Trash Film Festival (BUTFF) uit Breda. In het kader hiervan selecteren beide festivals undergroundfilms die ingaan tegen het conformisme, die gemaakt zijn door mensen die graag buiten de lijntjes kleuren. In de wereld van BUTRR zijn geen duidelijke lijnen meer te bekennen, maar kleurrijke beelden des te meer!
Aan het publiek in Brugge werden drie kanjers van BUTRR-films voorgeschoteld: de zeer vermakelijke en verrassende Griekse actiekomedie “Breakdown Reward” van Elias Georgopoulos, de indringende en bijzonder spannende Duits-Zwitserse sf-thriller “Hell” van Tim Fehlbaum (twee maanden eerder openingsfilm op het BUTFF) en de ijzingwekkende Sloveense paranormale “found footage”-film “ZLO” alias “Evil” van Peter Bebjak (afgelopen september onderscheiden met de BUT Award). Zie ook mijn verslag van het BUTFF van 2012 dat eerder op deze website verscheen.
Onder de noemer Short Films werden uit zo’n beetje alle uithoeken van de wereld pakweg 25 korte films gepresenteerd. Deze werden in vijf blokken vertoond, waaronder eentje bestaande uit films die genomineerd waren voor de Zilveren Méliès voor de beste korte Europese fantastische film van dit festival. Alle winnaars van de Zilveren Méliès maken uiteindelijk, nadat alle festivals deze prijs hebben uitgereikt, kans op de hoogste onderscheiding die in Europa op dit gebied bestaat, de Gouden Méliès.
- Diverse evenementen
Maar er was nog meer te beleven op het RRFFF. Want bezoekers konden er ook terecht voor diverse evenementen.
Zo kon er op 1 november met volle teugen genoten worden van de vierde editie van Cinema Curioso, gepresenteerd door de Nederlandse filmkenner Ronald Simons, bekend van www.thecultcorner.com en werkzaam als programmeur bij het Amsterdamse filminstituut EYE, het vroegere Filmmuseum. In Cinema Curioso voerde hij zijn publiek mee op een tocht langs de (amusante) miskleunen van de filmgeschiedenis. Wandelend door de riolen van de vaak onbedoelde pulpcinema trakteerde hij met veel gevoel voor humor de bezoekers op een piepjonge, met superzwaar accent sprekende Arnold Schwarzenegger in “Hercules in New York” en een eveneens jeugdige Johnny Depp met ontblote derrière in “Private Resort”. Maar ook toonde hij beelden van Godzilla in gevecht met het Onuitstaanbare Olievlekmonster, een huiveringwekkende seksscène met Sandra Bullock, de spectaculairste achtervolgingsscène die ooit op film is vastgelegd (uit India), zweterige krachtpatsers met snor en/of krullenmat en de meest afgrijselijke voice-overs. Verder waren er fragmenten te zien uit o.a. “Yog: The Space Amoebe”, “Ninja Terminator”, “Psyched by the 4D Witch” en “Papaya: Love Goddess of the Cannibals”.
Vrijdag 2 november was gebombardeerd tot Dag van de Jonge Filmmaker. Hierbij werd met “jong” niet alleen jong van leeftijd bedoeld, maar ook – ongeacht leeftijd – beginnend of aspirerend. Dit in samenwerking met verscheidene organisaties opgezette evenement bestond uit workshops, presentaties en filmvertoningen en richtte zich specifiek op amateur- en semiprofessionele filmmakers die meer wilden weten over het maken van films en alles wat daarbij komt kijken. Zo werd er deze dag aandacht besteed aan zaken als financiering (waaronder het steeds meer veld winnende crowdfunding), scenarioschrijven, “digital storytelling”, filmproductie en storyboards ontwerpen.
De laatste festivaldag, 3 november, stond voor een groot deel in het teken van fantasy. Dat begon al om 11.00 uur met de uitreiking van prijzen verbonden aan de Fantasy Strijd Brugge 2012, een tweejaarlijkse schrijfwedstrijd voor fantastische korte verhalen, georganiseerd door de Dienst Cultuur Brugge in samenwerking met een aantal partners. De beste inzendingen worden gebundeld in het boek “Fantastisch Strijdtoneel” dat zal worden uitgegeven door Books of Fantasy. Later die dag, van 13.30 tot 18.00 uur, vond de eerste Fantasy Boeken- en Filmbeurs plaats. Deze gratis toegankelijke beurs had niet alleen de nodige merchandise te bieden, maar fungeerde ook als een platform voor artiesten die hun creaties wilden promoten.
Wat ook voor de eerste maal plaatsvond, was de XPO Art Xpositie, een tentoonstelling van fantastische kunstwerken, ontworpen door jong kunstzinnig talent. Voor deze allereerste editie lag de focus op fantastische filmaffiches. Via een concrete werkopdracht waren gedurende enkele maanden amateurkunstenaars, debuterende kunstenaars en studenten binnen het kunstonderwijs aangemoedigd om zo’n affiche te ontwerpen. Een bestaande film hoefde hier overigens niet per se model voor te staan. Uit een hele reeks inzendingen werden de 15 beste geselecteerd en geëxposeerd op het RRFFF. Vervolgens konden festivalbezoekers via stembriefjes kenbaar maken wat hun favoriete affiche was.
BUTRR is de samentrekking van BUTFF en RRFFF en verwijst naar de in 2011 gestarte samenwerking met het B-movie, Underground & Trash Film Festival (BUTFF) uit Breda. In het kader hiervan selecteren beide festivals undergroundfilms die ingaan tegen het conformisme, die gemaakt zijn door mensen die graag buiten de lijntjes kleuren. In de wereld van BUTRR zijn geen duidelijke lijnen meer te bekennen, maar kleurrijke beelden des te meer!
Aan het publiek in Brugge werden drie kanjers van BUTRR-films voorgeschoteld: de zeer vermakelijke en verrassende Griekse actiekomedie “Breakdown Reward” van Elias Georgopoulos, de indringende en bijzonder spannende Duits-Zwitserse sf-thriller “Hell” van Tim Fehlbaum (twee maanden eerder openingsfilm op het BUTFF) en de ijzingwekkende Sloveense paranormale “found footage”-film “ZLO” alias “Evil” van Peter Bebjak (afgelopen september onderscheiden met de BUT Award). Zie ook mijn verslag van het BUTFF van 2012 dat eerder op deze website verscheen.
Onder de noemer Short Films werden uit zo’n beetje alle uithoeken van de wereld pakweg 25 korte films gepresenteerd. Deze werden in vijf blokken vertoond, waaronder eentje bestaande uit films die genomineerd waren voor de Zilveren Méliès voor de beste korte Europese fantastische film van dit festival. Alle winnaars van de Zilveren Méliès maken uiteindelijk, nadat alle festivals deze prijs hebben uitgereikt, kans op de hoogste onderscheiding die in Europa op dit gebied bestaat, de Gouden Méliès.
- Diverse evenementen
Maar er was nog meer te beleven op het RRFFF. Want bezoekers konden er ook terecht voor diverse evenementen.
Zo kon er op 1 november met volle teugen genoten worden van de vierde editie van Cinema Curioso, gepresenteerd door de Nederlandse filmkenner Ronald Simons, bekend van www.thecultcorner.com en werkzaam als programmeur bij het Amsterdamse filminstituut EYE, het vroegere Filmmuseum. In Cinema Curioso voerde hij zijn publiek mee op een tocht langs de (amusante) miskleunen van de filmgeschiedenis. Wandelend door de riolen van de vaak onbedoelde pulpcinema trakteerde hij met veel gevoel voor humor de bezoekers op een piepjonge, met superzwaar accent sprekende Arnold Schwarzenegger in “Hercules in New York” en een eveneens jeugdige Johnny Depp met ontblote derrière in “Private Resort”. Maar ook toonde hij beelden van Godzilla in gevecht met het Onuitstaanbare Olievlekmonster, een huiveringwekkende seksscène met Sandra Bullock, de spectaculairste achtervolgingsscène die ooit op film is vastgelegd (uit India), zweterige krachtpatsers met snor en/of krullenmat en de meest afgrijselijke voice-overs. Verder waren er fragmenten te zien uit o.a. “Yog: The Space Amoebe”, “Ninja Terminator”, “Psyched by the 4D Witch” en “Papaya: Love Goddess of the Cannibals”.
Vrijdag 2 november was gebombardeerd tot Dag van de Jonge Filmmaker. Hierbij werd met “jong” niet alleen jong van leeftijd bedoeld, maar ook – ongeacht leeftijd – beginnend of aspirerend. Dit in samenwerking met verscheidene organisaties opgezette evenement bestond uit workshops, presentaties en filmvertoningen en richtte zich specifiek op amateur- en semiprofessionele filmmakers die meer wilden weten over het maken van films en alles wat daarbij komt kijken. Zo werd er deze dag aandacht besteed aan zaken als financiering (waaronder het steeds meer veld winnende crowdfunding), scenarioschrijven, “digital storytelling”, filmproductie en storyboards ontwerpen.
De laatste festivaldag, 3 november, stond voor een groot deel in het teken van fantasy. Dat begon al om 11.00 uur met de uitreiking van prijzen verbonden aan de Fantasy Strijd Brugge 2012, een tweejaarlijkse schrijfwedstrijd voor fantastische korte verhalen, georganiseerd door de Dienst Cultuur Brugge in samenwerking met een aantal partners. De beste inzendingen worden gebundeld in het boek “Fantastisch Strijdtoneel” dat zal worden uitgegeven door Books of Fantasy. Later die dag, van 13.30 tot 18.00 uur, vond de eerste Fantasy Boeken- en Filmbeurs plaats. Deze gratis toegankelijke beurs had niet alleen de nodige merchandise te bieden, maar fungeerde ook als een platform voor artiesten die hun creaties wilden promoten.
Wat ook voor de eerste maal plaatsvond, was de XPO Art Xpositie, een tentoonstelling van fantastische kunstwerken, ontworpen door jong kunstzinnig talent. Voor deze allereerste editie lag de focus op fantastische filmaffiches. Via een concrete werkopdracht waren gedurende enkele maanden amateurkunstenaars, debuterende kunstenaars en studenten binnen het kunstonderwijs aangemoedigd om zo’n affiche te ontwerpen. Een bestaande film hoefde hier overigens niet per se model voor te staan. Uit een hele reeks inzendingen werden de 15 beste geselecteerd en geëxposeerd op het RRFFF. Vervolgens konden festivalbezoekers via stembriefjes kenbaar maken wat hun favoriete affiche was.
Op de nieuwe evenementen kijkt artistiek directeur Joke Ruysschaert met een voldaan gevoel terug. “De Dag van de Jonge Filmmaker was heel succesvol. Volgend jaar komt er dan ook zeker en vast een tweede editie. Dan hadden we XPO Art, een expositie van filmaffiches voor jong kunsttalent. Voor de beste affiche is een jury- en publieksprijs uitgereikt. Wat ook nog speciaal is hieraan, is dat de expositie op tournee gaat en dan verschillende Vlaamse culturele instellingen en bibliotheken aandoet. Ook zeer succesvol was de eerste editie van de Fantasy Boeken- en Filmbeurs. Hierop werd van alles te koop aangeboden: gadgets, filmmuziek, fantasyboeken en andere filmgerelateerde artikelen. Deze beurs is zeker voor herhaling vatbaar. Misschien moeten we volgend jaar zelfs naar een grotere locatie uitwijken, maar dat is nog even afwachten.”
- Prijzen
Zoals te doen gebruikelijk werden op het RRFFF ook dit jaar prijzen uitgereikt. De publieksprijs ging naar de Britse productie “Cockneys vs Zombies” van Matthias Hoene. In deze film kruipen doden uit een in 1666 verzegelde begraafplaats in Londen en zorgen daarna voor een heuse zombieplaag in de metropool. De horror is in deze productie overgoten met een pittig sausje typische Britse humor, wat ongetwijfeld in niet onbelangrijke mate zal hebben bijgedragen aan het bereiken van de status van publieksfavoriet.
De Young Blood Award werd toegekend aan de Brits-Ierse sf-komedie “Grabbers”. Daarin krijgen de inwoners van een rustiek Iers kustplaatsje opgeschrikt door de komst van octopusachtige aliens. Al snel blijkt dat deze wezens allergisch zijn voor alcohol, waarna de dorpelingen en bloc tot keiharde actie overgaan: door de drank rijkelijk te laten vloeien! Dat dit tot krankzinnige taferelen leidt, moge duidelijk zijn…
De korte Spaanse film “8” van Raúl Cerezo werd bekroond met de Zilveren Mélies. Hierin beginnen op de achtste verjaardag van een kind zaken als disciplinair gedrag en persoonlijkheid vorm te krijgen. Maar ook het verschil tussen goed en kwaad begint zich dan af te tekenen… Deze rolprent dingt door het winnen van deze prijs automatisch mee naar de Gouden Méliès die in oktober 2013 wordt uitgereikt op het Sitges International Fantastic Film Festival in Spanje.
- Terugblikkend en vooruitblikkend
Terugblikkend op het vijfde RRFFF, toont programmadirecteur Patrick Van Hauwaert zich dik tevreden. “We hebben heel veel meer bezoekers dan vorig jaar gehad, wat naast de filmprogrammatie onder meer te danken was aan de nevenevenementen, die stuk voor stuk veel bezoekers getrokken hebben.”
Wat deed de organisatoren besluiten om dit jaar de toegang tot de voorstellingen bij De Biekorf gratis te laten zijn? Van Hauwaert: “Omdat het festival vijf jaar bestaat, besloten we om er een feesteditie van te maken. En aangezien onze films gewoon zó goed zijn dat we daar niet mee konden uitpakken, moesten we iets anders doen, hè.”
Sinds de vorige editie is het festival opnieuw gegroeid. Daarover zegt Van Hauwaert: “Ten opzichte van vorig jaar is er heel veel veranderd. Los van het feit dat we de foyer van Cinema Liberty een flink stuk verruimd hebben, zijn er een paar evenementen bij gekomen en is het festival één dag langer geworden, waardoor we weer wat meer films dan voorheen hebben kunnen vertonen.”
In vijf jaar tijd is het RRFFF binnen het Brugse en Vlaamse culturele landschap een volwaardig begrip geworden, zo onderschrijft ook Yves Roose, schepen cultuur van de stad Brugge, getuige zijn voorwoord in de festivalcatalogus. Severine Willems, diensthoofd van de dienst cultuur van de stad Brugge, sluit zich daar graag bij aan: “Het filmfestival is een meerwaarde voor het Brugse culturele veld en een aanwinst voor de stad.” Het festival kan zich dan ook al van meet af aan verheugen in financiële en logistieke steun van de stad Brugge. Sterker nog, als het aan Roose ligt, zal er nog een schepje bovenop gedaan worden: “Ik meen dat, nu het festival zijn kinderschoenen ontgroeid is, het in aanmerking komt voor een steviger ondersteuning en verankering.”
Degene die binnen de festivalorganisatie over de financiën gaat, is Nadine Raeman, die tevens verantwoordelijk is voor de coördinatie van de vrijwilligers. Dat de overheidssteun gaandeweg toegenomen is, doet haar enorm deugd. “Als financieel adviseur en boekhoudster kan ik melden dat we dit jaar een serieuze subsidie hebben gekregen. We ijveren voor het dubbele volgend jaar, want iedereen werkt hier vrijwillig en bovendien hebben we te maken met niet vergoede kosten van zaken als vervoer en bezoeken aan andere festivals. Wat dat laatste betreft, zou het al heel mooi zijn als we alleen al de entree op een of andere manier zouden kunnen recupereren. Want we kunnen er niet geld in blijven steken. Het is ooit de bedoeling toch dat we er ook een keer iets uit halen. Naar de overheid toe denk ik dat wij ook een sociale rol vervullen, want onder onze vrijwilligers bevinden zich ook gehandicapten en mensen die weliswaar heel film-minded zijn, maar het financieel niet makkelijk hebben en als dank hun inzet op ons festival gratis filmvertoningen kunnen bijwonen. Verder trekken wij elk jaar studenten aan, zoals nu met XPO Art. Vandaag nog heb ik mensen van de kunstacademie gesproken die volgend jaar ook aan ons festival willen meewerken, dus ook op educatief vlak zijn we actief en het is de bedoeling dat we dat nog verder uitwerken.”
- Prijzen
Zoals te doen gebruikelijk werden op het RRFFF ook dit jaar prijzen uitgereikt. De publieksprijs ging naar de Britse productie “Cockneys vs Zombies” van Matthias Hoene. In deze film kruipen doden uit een in 1666 verzegelde begraafplaats in Londen en zorgen daarna voor een heuse zombieplaag in de metropool. De horror is in deze productie overgoten met een pittig sausje typische Britse humor, wat ongetwijfeld in niet onbelangrijke mate zal hebben bijgedragen aan het bereiken van de status van publieksfavoriet.
De Young Blood Award werd toegekend aan de Brits-Ierse sf-komedie “Grabbers”. Daarin krijgen de inwoners van een rustiek Iers kustplaatsje opgeschrikt door de komst van octopusachtige aliens. Al snel blijkt dat deze wezens allergisch zijn voor alcohol, waarna de dorpelingen en bloc tot keiharde actie overgaan: door de drank rijkelijk te laten vloeien! Dat dit tot krankzinnige taferelen leidt, moge duidelijk zijn…
De korte Spaanse film “8” van Raúl Cerezo werd bekroond met de Zilveren Mélies. Hierin beginnen op de achtste verjaardag van een kind zaken als disciplinair gedrag en persoonlijkheid vorm te krijgen. Maar ook het verschil tussen goed en kwaad begint zich dan af te tekenen… Deze rolprent dingt door het winnen van deze prijs automatisch mee naar de Gouden Méliès die in oktober 2013 wordt uitgereikt op het Sitges International Fantastic Film Festival in Spanje.
- Terugblikkend en vooruitblikkend
Terugblikkend op het vijfde RRFFF, toont programmadirecteur Patrick Van Hauwaert zich dik tevreden. “We hebben heel veel meer bezoekers dan vorig jaar gehad, wat naast de filmprogrammatie onder meer te danken was aan de nevenevenementen, die stuk voor stuk veel bezoekers getrokken hebben.”
Wat deed de organisatoren besluiten om dit jaar de toegang tot de voorstellingen bij De Biekorf gratis te laten zijn? Van Hauwaert: “Omdat het festival vijf jaar bestaat, besloten we om er een feesteditie van te maken. En aangezien onze films gewoon zó goed zijn dat we daar niet mee konden uitpakken, moesten we iets anders doen, hè.”
Sinds de vorige editie is het festival opnieuw gegroeid. Daarover zegt Van Hauwaert: “Ten opzichte van vorig jaar is er heel veel veranderd. Los van het feit dat we de foyer van Cinema Liberty een flink stuk verruimd hebben, zijn er een paar evenementen bij gekomen en is het festival één dag langer geworden, waardoor we weer wat meer films dan voorheen hebben kunnen vertonen.”
In vijf jaar tijd is het RRFFF binnen het Brugse en Vlaamse culturele landschap een volwaardig begrip geworden, zo onderschrijft ook Yves Roose, schepen cultuur van de stad Brugge, getuige zijn voorwoord in de festivalcatalogus. Severine Willems, diensthoofd van de dienst cultuur van de stad Brugge, sluit zich daar graag bij aan: “Het filmfestival is een meerwaarde voor het Brugse culturele veld en een aanwinst voor de stad.” Het festival kan zich dan ook al van meet af aan verheugen in financiële en logistieke steun van de stad Brugge. Sterker nog, als het aan Roose ligt, zal er nog een schepje bovenop gedaan worden: “Ik meen dat, nu het festival zijn kinderschoenen ontgroeid is, het in aanmerking komt voor een steviger ondersteuning en verankering.”
Degene die binnen de festivalorganisatie over de financiën gaat, is Nadine Raeman, die tevens verantwoordelijk is voor de coördinatie van de vrijwilligers. Dat de overheidssteun gaandeweg toegenomen is, doet haar enorm deugd. “Als financieel adviseur en boekhoudster kan ik melden dat we dit jaar een serieuze subsidie hebben gekregen. We ijveren voor het dubbele volgend jaar, want iedereen werkt hier vrijwillig en bovendien hebben we te maken met niet vergoede kosten van zaken als vervoer en bezoeken aan andere festivals. Wat dat laatste betreft, zou het al heel mooi zijn als we alleen al de entree op een of andere manier zouden kunnen recupereren. Want we kunnen er niet geld in blijven steken. Het is ooit de bedoeling toch dat we er ook een keer iets uit halen. Naar de overheid toe denk ik dat wij ook een sociale rol vervullen, want onder onze vrijwilligers bevinden zich ook gehandicapten en mensen die weliswaar heel film-minded zijn, maar het financieel niet makkelijk hebben en als dank hun inzet op ons festival gratis filmvertoningen kunnen bijwonen. Verder trekken wij elk jaar studenten aan, zoals nu met XPO Art. Vandaag nog heb ik mensen van de kunstacademie gesproken die volgend jaar ook aan ons festival willen meewerken, dus ook op educatief vlak zijn we actief en het is de bedoeling dat we dat nog verder uitwerken.”
- Studie naar doelgroep RRFFF
Het RRFFF werd dit jaar dus al veel drukker bezocht dan voorgaand jaar, maar hoe denken de organisatoren de komende jaren nóg meer bezoekers te kunnen trekken? Nadine Raeman: “We hebben studenten van Howest, de Hogeschool West-Vlaanderen, een studie laten uitvoeren. Deze hebben tijdens het festival aan bezoekers gevraagd om vragenlijsten in te vullen, waarna zij alle antwoorden gaan uitwerken. Op die manier hopen we echt onze doelgroep te kunnen lokaliseren en volgend jaar gerichter reclame te kunnen gaan maken. Want ik denk dat het grootste probleem is dat we nog niet écht onze doelgroep, ons publiek, aanspreken. Ik ben ervan overtuigd dat er in Brugge zelf heel wat meer filmliefhebbers in ons genre zijn die blijkbaar het festival nog niet kennen of die de stap niet durven te zetten.”
Daarop inhakend zegt Joke Ruysschaert: “Dit jaar hebben we bij de voorstellingen in De Biekorf gemerkt dat er heel wat mensen waren die we nog nooit op het festival hadden gezien, maar die toch interesse bleken te hebben in de fantastische film. Dus ik hoop dat we daardoor toch wat meer liefhebbers naar de volgende editie hebben kunnen lokken.”
Hendrik Demarest voegt daaraan toe: “Ook moeten we duidelijk maken aan het publiek dat het gaat om méér dan alleen een filmpje gaan bekijken, maar dat je ook een pintje kunt pakken aan de bar met een regisseur, acteur of actrice, en dat tijdens een filmvertoning iedereen zijn of haar zegje kan doen en er luidop gelachen mag worden, dus dat niet iedereen stilletjes in de zaal zit, maar dat het gerust een uitgelaten bedoening mag worden.”
En een uitgelaten bedoening zal het zeer zeker ook volgend jaar weer menigmaal worden!
Zie voor meer informatie over het festival www.rrfff.be.
Het RRFFF werd dit jaar dus al veel drukker bezocht dan voorgaand jaar, maar hoe denken de organisatoren de komende jaren nóg meer bezoekers te kunnen trekken? Nadine Raeman: “We hebben studenten van Howest, de Hogeschool West-Vlaanderen, een studie laten uitvoeren. Deze hebben tijdens het festival aan bezoekers gevraagd om vragenlijsten in te vullen, waarna zij alle antwoorden gaan uitwerken. Op die manier hopen we echt onze doelgroep te kunnen lokaliseren en volgend jaar gerichter reclame te kunnen gaan maken. Want ik denk dat het grootste probleem is dat we nog niet écht onze doelgroep, ons publiek, aanspreken. Ik ben ervan overtuigd dat er in Brugge zelf heel wat meer filmliefhebbers in ons genre zijn die blijkbaar het festival nog niet kennen of die de stap niet durven te zetten.”
Daarop inhakend zegt Joke Ruysschaert: “Dit jaar hebben we bij de voorstellingen in De Biekorf gemerkt dat er heel wat mensen waren die we nog nooit op het festival hadden gezien, maar die toch interesse bleken te hebben in de fantastische film. Dus ik hoop dat we daardoor toch wat meer liefhebbers naar de volgende editie hebben kunnen lokken.”
Hendrik Demarest voegt daaraan toe: “Ook moeten we duidelijk maken aan het publiek dat het gaat om méér dan alleen een filmpje gaan bekijken, maar dat je ook een pintje kunt pakken aan de bar met een regisseur, acteur of actrice, en dat tijdens een filmvertoning iedereen zijn of haar zegje kan doen en er luidop gelachen mag worden, dus dat niet iedereen stilletjes in de zaal zit, maar dat het gerust een uitgelaten bedoening mag worden.”
En een uitgelaten bedoening zal het zeer zeker ook volgend jaar weer menigmaal worden!
Zie voor meer informatie over het festival www.rrfff.be.