Terwijl de jonge, alleenstaande moeder Lorraine staat te tanken, wordt haar 5-jarig zoontje gegijzeld door Roy, een bankrover die naar zijn partner op zoek is. Die is er met de buit van een vorige kraak onderuit getrokken. Helaas wordt Roy door de flikken op de hielen gezeten maar tijdens de lange rit die Roy haar opdringt begint ze haar belager beter te kennen. Zijn voorkomen lijkt keihard te zijn maar onder zijn huid schuilt een zacht gekookt eitje. Naarmate de politie hem steeds meer onder druk komt te zetten, begint zijn gedrag zich van goedluims tot onvoorspelbaar te ontwikkelen. Lorraine komt er achter dat Roy eigenlijk niet de intentie heeft om haar en haar zoontje ooit ‘levend’ te laten gaan en daarvoor moet ze alle moed bijeen rapen om toch proberen te ontsnappen, een beslissing die iedereen trouwens zou nemen.
Niet meteen een film die een Oscar in de wacht zal slepen, kortom een B-prent waarvan de verwachtingen toch een beetje hoger lager dan dat we dachten. Clichématig verhaal dat zeer amateuristisch overkomt en van Stephen Dorff hadden we toch wel betere prestaties mogen zien. Van Maria Bello hebben we al beter werk gezien. De conversaties tussen beiden partijen zijn niet meteen van een aangenmaam gehalte en komen bijwijlen soms irritant over. De film mist net die portie geloofwaardigheid om als een échte thriller uit de bus te komen. Alfons Maes (3) |
TECHNISCHE FICHE
ARTISTIEKE FICHE
Met dank aan Paradiso Films |