Eddy C. Bertin (4)
Buster Keaton staat levensgroot maar bewegingsloos in het metrostation Venice in L.A. Niet de echte uiteraard maar Bo Dodge die de kunst van levend standbeeld te zijn geperfectioneerd heeft. Dan springt een vrouw voor de trein en wordt in stukjes gereden, overduidelijk een zelfmoord. Behalve voor Bo die in een flits zag hoe een andere vrouw het slachtoffer van het perron duwde. Daarbij verloor ze een witte handschoen die Bo nu in zijn bezit heeft. Getuige van een moord, maar Bo kan dat niet aan de politie vertellen want hij wordt zelf gezocht. Zijn vrouw en zoontje pleegden zelfmoord, maar de politie verdenkt Bo van moord. Uitdagend draagt Bo de volgende dag de bewuste handschoen en kijk, de moordenares, een sexy dame die Betsy Stevens heet, duikt op en wil die terug. Als ze afdruipt achtervolgt Bo haar en maakt contact. De plot is wat warhoofdig van in het begin maar balanceert daarna constant tussen een min of meer rationeel verhaal en zwarte humor die vaak hilarisch en slapstick wordt. Betsy is gehuwd met Vinnie Tripps, die geobsedeerd is door dure vissen. Daarbij zit een arowana, een lelijk beestje dat 80.000 $ waard is. Betsy is weg bij Vinnie maar wil die dure vis te pakken krijgen om te verkopen. Ze had al een deal met haar vriendin Blanche maar die dacht dat haar dode echtgenoot gereïncarneerd was in die vis, dus liep het helemaal fout. Nu gaat Betsy met Bo samenwerken. Zo belanden ze bij de Zwaardvis, eigenaar van een stel sushitenten en organisator van illegale vissengevechten! De lol kan niet op want de Zwaardvis wil de arowana wel maar om die zelf op te eten, als toppunt van decadentie. De plot draaft in alle richtingen wat voor enige verwarring zorgt, vooral omdat je regelmatig in een flashback terechtkomt en dat pas beseft als een personage opduikt dat bij het begin van de roman al dood was. Leuk en vlot geschreven, beurtelings spannend en kolderesk, het lijkt soms een ode aan dwangmatig gedrag, geobsedeerden en neuroten. De uitbundige finale kan je een dijenkletser noemen of een Shakespeareaans drama, Bavo’s Amerikaanse thrillers zijn zowat een subgenre op zichzelf geworden en met geen enkele andere Vlaamse thrillerauteur te vergelijken. Je houdt ervan of hebt er de pest aan, maar ze laten de lezer zeker niet onverschillig. Bewijs wel de ettelijke prijzen en nominaties die ze verworven hebben. Eddy C. Bertin (4) Originele titel I Houtekiet I 2014 I Paperback I 272 Blz. I 9789089242716 I Bavo Dhooge
Roxy Wilcox is een van de dochters van een ex-militair, in een Franssprekend gezin in N.Y. In tegenstelling met haar jongere en gewillige zusje Emmie, kan de rebelse Roxy de strikte regels en het dictatoriale gezag van haar vader niet meer aan, en als ze bijna 18 is stapt ze het af of wordt door haar vader op straat gezet, naargelang wiens zienswijze de lezer volgt. Ze denkt dat ze wel voor zichzelf kan zorgen, en via een gelukkig toeval belandt ze bij de keiharde mevrouw Brittany die een luxueuze escortservice leidt. Met vallen en opstaan past Roxy zich aan bij de keiharde en gedetailleerde opleiding tot escortmeisje, en geraakt zelfs bevriend met de 18-jarige Sheena, de kleindochter van Brittany, die een prothesebeen heeft. Geen thriller of fantasy aspecten, het is gewoon een degelijk getekend beeld van de ontwikkeling van Roxy tot escort, met vlot getekende personages en ondanks het onderwerp nergens erotiek of vunzig gedoe. Dit is het tweede deel en sluitstuk van de Roxy-reeks, maar in feite een prequel tot de gebeurtenissen in ‘Verlaten zusje’. Slechts in de laatste twintig blz. komt de dood van haar vader ter sprake, en haar samenkomst met Emmie, gevolgd door een verkorte versie van wat daarna gebeurd, gezien door de ogen van Roxy, en zelfs een eerder abrupt komend romantisch einde dat de liefhebbers van deze soap wel zal bekoren. Het leest gemakkelijk zoals altijd maar zeker niet het beste boek in de blijkbaar eeuwig doorgaande Andrews-reeks. Andrews overleed in 1987, al de boeken daarna zijn geschreven door een door haar familie gekozen huisauteur, waarschijnlijk Andrew Neiderman. Eddy C. Bertin (3) Roxy’s story I De Kern I 2013-2014 I Paperback I 287 Blz. I 9789032514259 I Virginia Andrews
De vrijgevochten Sofie leidt een relatief rustig leven in Wenen met haar dochtertje Mattea en haar vrienden, ze heeft zich al vijftien jaar losgemaakt van haar verleden met haar onverdraagzame vader Henri die na een hartinfarct in een verzorgingstehuis is opgenomen. Dan wordt haar wereld op zijn kop gezet. Haar grootvader laat haar een statig oud herenhuis na, hoewel zij geen enkel contact meer had met die man. Sofie begint daar een woongemeenschap in te richten met zielsverwante jongeren en kunstenaars. Het huis dat ze geleidelijk inrichten wordt een spiegel van de kleine maatschappij die ze vormen. Maar dan wordt haar vader Henri, omwille van zijn totaal onhandelbaar en asociaal gedrag, buiten gewerkt uit het verzorgingstehuis en is Sofie verplicht de ongevraagde en ongewenste gast binnen te nemen. Henri is nu van haar afhankelijk, maar met zijn cynisme hakt hij in op iedereen met wie hij in contact komt, de man leeft ingesloten in een niet te doordringen muur waarmee hij iedereen afstoot. Toch probeert Sofie er het beste van te maken en met haar dochtertje proberen zij op verschillende manieren zijn pantser te doorbreken. Zij neemt hem zelfs mee naar Parijs om het graf van zijn moeder te bezoeken, en nu en dan schijnt Henri zelf al eens bepaalde toenaderingen te maken, maar veel levert het niet op. De harde persoonlijkheid van Henri botst constant met iedereen in zijn omgeving. Een tweede verhaallijn speelt zich af in het verleden tijdens het begin van de Jodenvervolging door de Nazi’s, en handelt over de originele aankoop van het huis wat enige verwarring brengt voor de lezer, tot een brief van David, de grootvader van Sofie en vader van Henri, opduikt met zijn relaas over zijn schuldgevoelens tegenover mensen die hij probeerde te helpen ontsnappen aan de vervolging, wat mislukte, en zijn zoektocht naar een klein meisje dat als enige die familie overleefde. Dat verhaal is belangrijk voor Henri en kan enig licht werpen op zijn karakter, maar het is aan Sofie om hem die brief te doen lezen, en dan rest de vraag hoe hij daarop zal reageren. Een interessante psychologische roman met geloofwaardige, zei het niet altijd zo sympathieke personages, maar een situatie die op voorhand gedoemd lijkt tot mislukken, al is er misschien een sprankeltje hoop. Het verhaal rond de gebeurtenissen in de brief, en wat daarna gebeurt, roept eerder vragen op dan dat het antwoorden geeft. Een van de laatste zinnen ‘De mens is de vijand van de mens’ vat zowat de dubbele bodems samen. Vlot geschreven maar niet het aangenaamste boek dat ik ooit las. Eddy C. Bertin (3) Originele titel I Kramat I 2014 I Paperback I 204 Blz. I 9789462420106 I Roel Verschueren
Een ijskoude ochtend in april 2009, volop economische crisis in Amerika. Honderden werklozen, wanhopig op zoek naar een baan, staan al van ’s nachts in de druilregen opgehoopt te wachten voor de burelen van een banenbeurs. King introduceert enkele van die mensen in detail, ze zijn er als echt voor de lezer. Dan duikt als uit het niets een Mercedes op die met volle snelheid inrijdt op de menigte. Acht mensen worden verpletterd (waaronder deze die King zo sympathiek voorstelde), vijftien anderen gewond. De dodelijke chauffeur ontsnapt, de auto blijkt gestolen. De eigenares van de wagen krijgt alle blaam in de media maar de zaak wordt niet opgelost. Maanden later: rechercheur Bill Hodges is al zes maanden met pensioen, volledig depressief en slaapt zowat met zijn revolver, wachtend tot hij de moed heeft zichzelf door de kop te schieten. Dan krijgt hij een expliciete uitdagende brief gesigneerd door ‘de Mercedes Killer’ met details over de moordende aanslag die enkel de dader kan kennen. Die waant zich onoverwinbaar en heeft besloten een spelletje kat en muis te spelen met Hodges, in die mate zelfs dat hij deze uitnodigt hem te contacteren via een chatroom ‘Debbies Blauwe Paraplu’ (zie de omslag uiteraard). De dader is de lezer intussen al bekend: de jonge Brady Hartsfield, PC restaurateur en tevens de ijscoman Mr. Tastey, een totaal geflipte psychopaat zoals King ze als weinig andere kan presenteren. Brady weet alles over iedereen (hoe, dat lees je maar) en wil voor de kick Bill Hodges zover krijgen dat die uiteindelijk zelfmoord pleegt. Helaas voor Brady heeft hij de verkeerde man gekozen. Hodges schudt de depressie van zich af en bijt zich keihard vast in de zaak. Hij start zijn eigen onderzoek, begint zelfs een relatie met Janey, de dochter van de inmiddels overleden eigenares van de dodelijke auto, en begint de dader zelf uit te dagen. Hodges is ervan overtuigd dat die een nieuwe en nog grotere aanslag aan het plannen is, en zet er alles op om te ontdekken waar en wanneer de psychopaat wel zal toeslaan. Daartoe moet hij uiteraard diens identiteit ontdekken. Geen fantastische of horror elementen, hoewel enkele taferelen best gruwelijk zijn, maar een harde politieroman (al is het ook een gepensioneerde rechercheur) met een stevige intrige en een reeks sympathieke of akelige personages. Hoewel het soms wat traag verloopt toch spannend van begin tot einde. Eddy C. Bertin (5) Mr. Mercedes I Luitingh-Sijthoff I 2014 I Paperback I 424 Blz. I 9789024564675 I Stephen King
Stefan Pop is een (relatief) jonge Nederlandse stand up comedian, tevens radio- en tv-maker en cabaretier. In dit, zijn eerste boek bundelt hij 40 sketches, variërend in lengte van 1 tot 3 blz., met enkele uitschieters van ca. 10 blz. die meer de naam kortverhaal verdienen. De sketches zijn typisch voor het stand up comedy genre, verteld in de ik-vorm, soms als dialogen, luchtig en grappig met een korte opbouw naar een verrassende pointe. In de verhalen is dan wat meer plaats voor enige uitdieping van de personages, maar ook hier primeert de komische finale. Veel originele ideetjes en leuke vondsten: enkele brieven van een bewonderaar met raadgevingen aan Rubens, de laatste muzikanten op de zinkende Titanic, de duivel in persoon en zijn liefde voor pindas, een geheime afluisterdienst, Super Mario, een eigenwijze kijk op de echte Driekoningen, Einstein als eigenwijze zeiler, een bizar relaas met een psychiater, en nog veel meer. Hier en daar ook wat verhaaltjes met een akelige of sinistere kant, zoals het geobsedeerde gedrag van de man in ‘Het vierkant’, een uit de handen lopende ontvoering in twee delen (vooral deel 2 is ultrakort macaber grappig), een irriterende ontmoeting in een skilift. Een ideaal boek voor op het nachtkastje: kort, bondig en grappig ontspannend. Eddy C. Bertin (4) Originele titel I Prometheus I 2014 I Paperback I 208 Blz. I 9789044625318 I Stefan Pop
Het verhaal speelt zich af in Londen in 1850 in vuile straten en op een begraafplaats met de duistere naam Tom-All-Alone’s. Privé detective Charles Maddox wordt ingeschakeld om te achterhalen wie er achter geheimzinnige brieven zit. Wie wil hier een geheim in de buitenwereld brengen en vooral wie wordt er beschermd. Hoe dichter Maddox bij de waarheid komt, hoe gevaarlijker het ook voor hem wordt, doch dat belet hem niet om steeds dieper te graven en de waarheid boven tafel te halen. Lynn Shepherd vond haar inspiratie bij een meesterwerk van Charles Dickens waar jeugdprostitutie en vondelingen ten prooi vallen aan de hebzucht van de betere burgerij. Wie hen te nabij komt, wordt opgeruimd of moet voor zijn leven vrezen, zo ook Maddox. Het verhaal is niet eenvoudig te lezen vooral omdat je niet echt een idee hebt waar het verhaal heen gaat. Caroline Van den Neste (3) Tom-All-Alone’s: The Solitary House | Athenaeum | 2012 | Paperback | 335 Blz. | 9789025369699
| Lynn Shepherd De ‘Gone’ reeks begon in 2008 met ‘Verlaten’. Iedereen die ouder was dan 15 verdween plots van de aardbodem in wat later de FAKZ Zone genoemd werd. Iedereen was gevangen in een onzichtbare koepel (Stephen Kings ‘Under the dome’ kwam pas later). Centraal werd Perdido Beach. De overgebleven jongeren splitsten zich al vlug in twee groepen, geleid door respectievelijk Sam en Caine die later een tweeling bleken te zijn, en die mekaar het leven zuur maakten. In de daarop volgende delen werden de overlevenden geteisterd door ‘Honger’, ‘Leugens’, ‘Plaag’ en ‘Angst’ dat beter ‘Duisternis’ geheten had want alle licht verdween in de koepel, maar kwam op het einde weer terug. Vijf jaar later verscheen dan eindelijk de finale van de reeks. De volwassenen kunnen nu in de koepel kijken en zien wat er gebeurt, maar zijn machteloos om in te grijpen. De moorddadige gaiaphage aka Gaia moet de laatste confrontatie aangaan met de door haar zelf geschapen Nemesis in het lichaam van Caine. Voor dit laatste deel trekt Grant alle registers open: monsters, mutaties, kinderen met bovennatuurlijke gaven en krachten, anderen wiens lichaam overgenomen wordt, ze komen er allemaal weer in voor de eindstrijd, en daarbij vallen de doden met bosjes. Heel veel actie, slachtpartijen en gruwel, die amper iets meer dan de helft van de opgesloten kinderen zal sparen. De vele personages maken het misschien wat moeilijk voor wie de vorige delen niet gelezen heeft, maar je bent er wel vlug bij. Sciencefiction actie voor young adults en volwassenen, te gewelddadig en bloederig voor kinderen moet ik er wel aan toe voegen. Degelijke afsluiting van een boeiende reeks. Eddy C. Bertin (4) Light – A Gone novel I Van Holkema & Warendorf I 2013 I Gebonden I 368 Blz. I 9789047509103 I Michael Grant
Het vierde deel in de continue bestsellerreeks over psychoanalytica Frieda Klein: een niet alledaagse dame die steeds op haar instinct afgaat tegen alle regels in, die obsessief en soms bijna zelfdestructief tewerk gaat. Ze werkt soms samen met inspecteur Karlsson, maar met de rest van het Londense politieteam heeft ze regelmatig aanvaringen. Maddie Capel, een oude schoolvriendin waarmee Frieda feitelijk nooit echt bevriend was, roept haar hulp in om eens te praten met haar 15-jarige dochter Becky, die helemaal onhandelbaar geworden is. Tegen haar zin in gaat Frieda daarop in, en wint het vertrouwen van Becky. Die zegt dat ze verkracht geworden is door een onbekende die ze nooit te zien kreeg maar die haar enkele woorden in haar oor fluisterde: ‘Je hoeft het niet te vertellen, liefje, want geen mens zal je geloven’. Dat is ook zo: Maddie gelooft niets van dit verhaal en denkt dat Becky het verzonnen heeft. Frieda overtuigt Becky toch naar de politie te gaan en aangifte te doen, maar dan pleegt Becky zelfmoord… of iemand heeft haar voor altijd doen zwijgen. De woorden van de verkrachter hebben iets losgemaakt in Frieda dat ze al jaren genegeerd heeft. In 1989, 23 jaar geleden toen ze zelf 16 was, werd zij verkracht en de dader fluisterde dezelfde woorden in haar oor. Die verkrachting ging samen met het optreden van een popgroepje ‘Donderdagskinderen’. Frieda is ervan overtuigd dat diezelfde dader weer toegeslagen heeft, en inmiddels misschien nog andere slachtoffers heeft gemaakt. Ze duikt in haar verleden en gaat naar haar geboorteplaats Braxton, haar moeder die ze al die jaren niet meer gezien heeft, en op zoek naar alle personen in haar leven uit die periode. Frieda is een harde tante, geobsedeerd door haar doel, impulsief en vaak irriterend. De vervelende vragen die ze begint te stellen rakelen oude geheimen op en jagen heel wat mensen tegen haar in het harnas, maar opgeven staat niet in haar agenda. Ze manipuleert iedereen als dat nodig is om haar doel te bereiken. Een intrigerende en complexe literaire thriller, vlot geschreven en boeiend, maar met wat te lang uitgesponnen bedenkingen en teveel beschrijvingen van details die niet ter zake doen en die de vaart vaak nutteloos vertragen. Frieda is eigenzinnig en egocentrisch maar sommige beslissingen die ze neemt komen toch vreemd over bij de lezer, en natuurlijk maken we feitelijk voor het eerst kennis met haar eigen verleden. Enkele getrouwe personages uit de vorige boeken maken hun opwachting, inclusief de seriemoordenaar Dean die haar nog steeds stalkt en zelfs beschermt als de politie in gebreke blijft. Wat overlang, maar nog steeds boeiend en genietbaar, zelfs goed voor het maximum sterren. Eddy C. Bertin (5) Thursday’s children I Anthos I 2014 I Paperback I 379 Blz. I 9789041416322 I Nicci French
Op het einde van de Nieuwe Oorlog of de Robotoorlog tijdens dewelke een groot deel van de mensheid het leven liet, vindt militair Cormac Wallace een grote zwarte kubus diep onder de grond in Alaska. Het ding blijkt een ‘zwarte doos’ te zijn waarin heel het verloop van de Robotoorlog gedocumenteerd werd door de kunstmatige intelligentie die de robots leidde. Wallace monteert dit relaas in voor mensen begrijpelijke vorm. Aanvankelijk waren het kleine incidenten: computergestuurd speelgoed dat vreemd begint te doen, een werkrobot die amok maakt. Technische foutjes waar de mensen weinig aandacht aan besteden, tot de hel losbreekt. Elektronisch bestuurde auto’s beginnen mensen op te jagen en te verpletteren. Huishoudrobots worden moordenaars. Naarmate de steden gezuiverd worden van de mensen beginnen de robots zichzelf te verbouwen tot militaire moordmachines, geleid door Archos, een door een geleerde geschapen kunstmatige intelligentie die alle elektronica overneemt. Vliegtuigen storten zich te pletter, de elektronische chaos is compleet over heel de wereld, miljarden mensen worden uitgemoord. Toch slagen enkelingen erin op snuggere manieren te overleven, zich zelfs te groeperen en terug te vechten, eerst in de steden maar daarna op het platteland waar de robots aanvankelijk moeilijk kunnen komen. Het Gray Horse leger, een groep indianen, wordt een der belangrijkste in dat verzet. Veel actie, enkele leuke vondsten en ook enkele macabere scènes, maar echt spannend wordt het zelden om verschillende redenen. Alles wordt verhaald in fragmenten waarbij vaak in enkele regels vlug op het einde nog verteld wordt wat daarna in het fragment gebeurt. Een doorgaande reeks moment opnamen van een gigantische oorlog. Ettelijke personen duiken op in die korte stukken, en die mensen blijken in de loop van het boek meestal iets met mekaar te maken te hebben dat hen verbindt maar dat zorgt voor een eerder neutrale aanpak van wat gebeurt. Archos is een dualistische ‘persoonlijkheid’ die we nooit kunnen begrijpen: ‘hij’ is uit op totale vernietiging van het menselijke leven maar tevens bestudeert hij precies alles wat levend is. Als dan plots enkele robots ‘ontwaken’, zich bewust worden van een eigen denken en persoonlijkheid bijna als mensen, en zich vrije robots noemen die weigeren te gehoorzamen aan de bevelen van Archos, tart dit vleugje mysticisme de geloofwaardigheid wel erg. Al de fragmenten leiden geleidelijk tot de finale confrontatie tussen de mens en het brein van de robots. Best interessant en ondanks de te gefragmenteerde structuur leest het gemakkelijk maar echte identificatie met de personages zit er niet in. Het citaat ‘Meesterlijk! Stephen King’ staat natuurlijk mooi op de cover, maar is wat overdreven voor een veel te lang boek. Wordt verfilmd door Steven Spielberg, als die erin slaagt met enkele herkenbare personages te werken kan het best een spectaculaire SF-actiefilm worden zoals ‘World War Z’, ook gebaseerd op zo’n fragmentenroman. Eddy C. Bertin (3) Robopocalypse I Querido I 2011-2014 I Paperback I 381 Blz. I 9789021454849 I Daniel H. Wilson
De politie in Brugge krijgt een heel akelig videofilmpje te zien. Een Brugse antiquair, Jan Van In, is ontvoerd en Pieter Van In krijgt één week om hem op te sporen. Anders wordt de arme man levend gevild. Hoewel Jan geen familie is, is Van In natuurlijk in alle staten. Wat betekent deze bizarre uitdaging? Dan komt een tweede gijzeling: Kris Versavel, verkoper van machine-onderdelen uit Damme en bekend schuinmarcheerder, zal gespietst worden als Van In hem niet tijdelijk terugvindt. Voor spietsen: lees een biografie van Vlad Dracula, de originele uit Roemnië. Van In en zijn compagnon Versavel lopen zich te pletter, de namen van de gijzelaars zijn geen toeval, een sadistische psychopaat heeft het effectief op Van In voorzien, maar waarom? Ze krijgen zelfs een vrouwelijke profiler ter hulp, maar dat helpt niet veel. Heel wat verdachten passeren het parcours, een drugsdealer en vechtersbaas die een alibi heeft, een ex-bajesklant die nu in een rolstoel zit, en nog heel wat meer. Alles verloopt relatief rustig, speurderswerk, tot de psycho zijn voornemens begint uit te voeren, en zelfs achter Van Ins vrouw en zoontje gaat. Zo relatief traag als het boek de spanning geleidelijk opbouwt, zo zenuwtergend macaber is de finale die zoals meestal bij Aspe heel plots en vlug gaat. Dit is al het 34ste boek over Van In, en een van Aspe’s luguberste boeken. Mijn probleem is dat ik nu ook al tien seizoenen naar de TV-reeks kijk die heel goede verhalen brengt geïnspireerd door Aspe’s personages, maar die inzake de relatie Van In-Hanne-etc. sterk afweek van de romans. In de romans zijn Van In en Hanne nog samen, zijn zoontje heeft zelfs leukemie. Het is dan ook een beetje irriterend als ik een Van In roman lees dat ik telkens Herbert Flacks kop zie opduiken in mijn hersens. Maar daarmee kan ik leven, de heel degelijke tv-reeks loopt nu ten einde, maar Aspe is blijkbaar nog van plan door te gaan met schrijven. Doen zo! Heel verzorgde politieroman en lugubere thriller die zenuwslopend spannend wordt. Eddy C. Bertin (5) Originele Titel I Manteau I 2014 I Paperback I 318 Blz. I 978902329658 I Pieter Aspe
|