Het Imagine Film Festival vond dit jaar van 9 t/m 18 april plaats en vierde toen alweer – zij het niet altijd onder deze naam – haar zesde lustrum. Vorig jaar was het festival verplaatst van theater Kriterion naar het vele malen grotere én chiquere filmmuseum EYE, dat een jaar zelf eerder verhuisd was, van het Vondelpark naar een locatie aan het IJ. Een verslag.
Imagine Film Festival al 30 jaar fantastisch bezig
De roots van Imagine liggen in het roemruchte, in 1984 geboren Weekend of Terror, waarbij de nachtelijke vertoning van films gepaard ging met het scanderen van een rijk scala aan krachttermen en leuzen. In 1993 werd het weekend uitgebreid naar een week, onder de naam Festival van de Fantastische Film. De forse verruiming van het aantal dagen had verschillende voordelen. Vanzelfsprekend konden er nu aanzienlijk meer films geprogrammeerd worden. Maar ook konden gasten wat uitgebreider aan de tand gevoeld worden. En last but not least plezierde men hiermee bezoekers die minder gediend zijn van tamelijk luidruchtige voorstellingen. Want, zo hadden de organisatoren vastgesteld, die hadden bij menigeen in toenemende mate het kijkgenot geweld aangedaan. Maar de ‘harde WoT-kern’ kon gerust zijn: voor hun representanten was er op het festival de Night of Terror, waarbij ze zoals vanouds de longen uit hun lijf mochten schreeuwen.
In de periode van 1994 t/m 1999 werd slechts één keer opnieuw – in 1996 – een week ingeruimd voor het festival. Alle andere keren werd de WoT-formule weer opgepakt. Maar sinds de editie van 2000 duurt dit Nederlandse uithangbord voor de fantastische film een week of langer. In 2001 werd het omgedoopt tot Amsterdam Fantasy Film Festival, van 2001 t/m 2008 stond het bekend als het Amsterdam Fantastic Film Festival en vanaf 2009 als Imagine Film Festival. Maar wat al die jaren gelijk is gebleven is een uiterst gevarieerde selectie van de betere sf-, fantasy-, horror-, thriller-, cult- en animatiefilm, Q&A’s met gasten uit binnen- en buitenland en diverse andere activiteiten, zoals masterclasses en lezingen.
Fantastic Science: sciencefiction naast science fact
Tijdens Imagine werd onder de titel Fantastic Science een uitgebreid themaprogramma gewijd aan de kruisbestuiving tussen wetenschappers en makers van fantastische films. Dat deze twee partijen elkaar inspireren en beïnvloeden, is volgens de festivalorganisatoren niet zo vreemd. Immers, zo stellen zij, ze hebben met elkaar gemeen dat ze een voorstelling maken van het onmogelijke, buiten de krijtlijnen denken en een ontdekkingsreis naar het onbekende maken.
In het Fantastic Science-programma werden vijf sf-films vertoond: vier gloednieuwe producties, ‘Coherence’, ‘Plus One’, ‘The Machine’ en ‘The Zero Theorem’, en één klassieker, het Tsjechoslowaakse ‘Ikarie XB1’ uit 1963.
Ook rijkgeschakeerd palet aan activiteiten over de festivalperiode uitgewaaierd. Zo was er de voorpremière van een aflevering van de nieuwe versie van de tv-serie ‘Cosmos’. Ook waren twee installaties van studenten van Hogeschool voor de Kunsten van Utrecht te zien: Im Ag In E, waarin het periodieke systeem van Mandelejev naar eigen inzicht wordt geïnterpreteerd, en Retractoscope/Het Oog, waarin beelden op twee kanten van een prisma worden afgebeeld, waardoor een nieuw, samengesteld beeld ontstaat.
Daarnaast werden er twee masterclasses gegeven. In de ene, ‘The Science of Hollywood: Gravity and Beyond’, vertelde dr. Kevin Grazier, auteur van ‘The Science of Dune’ en science advisor voor films als ‘Gravity’ en tv-series als ‘Defiance’, ‘Eureka’ en de nieuwe ‘Battlestar Galactica’, uit eigen ervaring over de rol van wetenschappers bij de totstandkoming van film- en tv-producties. De andere masterclass, ‘Lab Coats in Hollywood’, werd verzorgd door Dr. David Kirby, die moleculaire evolutionaire genetica studeerde en later de relatie tussen wetenschap, media en het publiek is gaan onderzoeken. In zijn presentatie – geënt op zijn in brede kring positief ontvangen boek ‘Lab Coats in Hollywood: Science, Scientists and Cinema’ – gaf hij een historisch overzicht van de invloed die wetenschappers hebben gehad bij geloofwaardig maken van sciencefiction en fantasy.
Imagine Film Festival al 30 jaar fantastisch bezig
De roots van Imagine liggen in het roemruchte, in 1984 geboren Weekend of Terror, waarbij de nachtelijke vertoning van films gepaard ging met het scanderen van een rijk scala aan krachttermen en leuzen. In 1993 werd het weekend uitgebreid naar een week, onder de naam Festival van de Fantastische Film. De forse verruiming van het aantal dagen had verschillende voordelen. Vanzelfsprekend konden er nu aanzienlijk meer films geprogrammeerd worden. Maar ook konden gasten wat uitgebreider aan de tand gevoeld worden. En last but not least plezierde men hiermee bezoekers die minder gediend zijn van tamelijk luidruchtige voorstellingen. Want, zo hadden de organisatoren vastgesteld, die hadden bij menigeen in toenemende mate het kijkgenot geweld aangedaan. Maar de ‘harde WoT-kern’ kon gerust zijn: voor hun representanten was er op het festival de Night of Terror, waarbij ze zoals vanouds de longen uit hun lijf mochten schreeuwen.
In de periode van 1994 t/m 1999 werd slechts één keer opnieuw – in 1996 – een week ingeruimd voor het festival. Alle andere keren werd de WoT-formule weer opgepakt. Maar sinds de editie van 2000 duurt dit Nederlandse uithangbord voor de fantastische film een week of langer. In 2001 werd het omgedoopt tot Amsterdam Fantasy Film Festival, van 2001 t/m 2008 stond het bekend als het Amsterdam Fantastic Film Festival en vanaf 2009 als Imagine Film Festival. Maar wat al die jaren gelijk is gebleven is een uiterst gevarieerde selectie van de betere sf-, fantasy-, horror-, thriller-, cult- en animatiefilm, Q&A’s met gasten uit binnen- en buitenland en diverse andere activiteiten, zoals masterclasses en lezingen.
Fantastic Science: sciencefiction naast science fact
Tijdens Imagine werd onder de titel Fantastic Science een uitgebreid themaprogramma gewijd aan de kruisbestuiving tussen wetenschappers en makers van fantastische films. Dat deze twee partijen elkaar inspireren en beïnvloeden, is volgens de festivalorganisatoren niet zo vreemd. Immers, zo stellen zij, ze hebben met elkaar gemeen dat ze een voorstelling maken van het onmogelijke, buiten de krijtlijnen denken en een ontdekkingsreis naar het onbekende maken.
In het Fantastic Science-programma werden vijf sf-films vertoond: vier gloednieuwe producties, ‘Coherence’, ‘Plus One’, ‘The Machine’ en ‘The Zero Theorem’, en één klassieker, het Tsjechoslowaakse ‘Ikarie XB1’ uit 1963.
Ook rijkgeschakeerd palet aan activiteiten over de festivalperiode uitgewaaierd. Zo was er de voorpremière van een aflevering van de nieuwe versie van de tv-serie ‘Cosmos’. Ook waren twee installaties van studenten van Hogeschool voor de Kunsten van Utrecht te zien: Im Ag In E, waarin het periodieke systeem van Mandelejev naar eigen inzicht wordt geïnterpreteerd, en Retractoscope/Het Oog, waarin beelden op twee kanten van een prisma worden afgebeeld, waardoor een nieuw, samengesteld beeld ontstaat.
Daarnaast werden er twee masterclasses gegeven. In de ene, ‘The Science of Hollywood: Gravity and Beyond’, vertelde dr. Kevin Grazier, auteur van ‘The Science of Dune’ en science advisor voor films als ‘Gravity’ en tv-series als ‘Defiance’, ‘Eureka’ en de nieuwe ‘Battlestar Galactica’, uit eigen ervaring over de rol van wetenschappers bij de totstandkoming van film- en tv-producties. De andere masterclass, ‘Lab Coats in Hollywood’, werd verzorgd door Dr. David Kirby, die moleculaire evolutionaire genetica studeerde en later de relatie tussen wetenschap, media en het publiek is gaan onderzoeken. In zijn presentatie – geënt op zijn in brede kring positief ontvangen boek ‘Lab Coats in Hollywood: Science, Scientists and Cinema’ – gaf hij een historisch overzicht van de invloed die wetenschappers hebben gehad bij geloofwaardig maken van sciencefiction en fantasy.
n het symposium ‘Van HAL tot GERTY’ werd gekeken hoe de rol die computers hebben gespeeld in de fantastische film werkelijkheid is geworden en welke gevolgen dat heeft gehad. Daarbij werd ook ingegaan op ethische vragen en singularity, het moment waarop de computer de menselijke intelligentie voorbijstreeft. Dit alles gebeurde aan de hand van een groot aantal filmfragmenten. Tot de sprekers behoorden onder anderen Jaap van den Herik, hoogleraar Kunstmatige Intelligentie, Igor Kramer, filmmaker, en Bennie Mols, wetenschapsjournalist en auteur van ‘Turings Tango’, een populairwetenschappelijk boek over kunstmatige intelligentie.
In de quiz ‘De Grote Geek-Q Test’ konden in teamverband deelnemende filmgeeks hun kennis van sciencefiction, geeky films, series en comics, games en wetenschap tentoonspreiden. Zijn moesten in vijf rondes antwoord geven op de meest uiteenlopende vragen. Van ‘hoe-heet-die-planeet’ en het (weinig succesvol) naspelen van het ‘Close Encounters’-deuntje tot het toepassen van Einsteins fameuze E=MC2-vergelijking. Winnaar werd team Braindead (Klaas Kaptijn, Romy van Krieken, Edgar Schaake en Ruben van Eijl), dat in de finale een vernietigende slag toebracht aan het tot die eindfase nog aan kop staande Klaatu Barada Neckties-team (Tonio van Vugt, Natasja van Loon, Luuk Imhann en Luuk van Huët).
En tot slot werd met een in de foyer geprojecteerd compilatieprogramma een hommage gebracht aan het fenomeen ‘mad scientists’.
Aantal prijzen op Imagine in loop der tijd gestegen
Het aantal prijzen dat op Imagine vergeven wordt, is in de loop der tijd aardig gestegen. Het begon ooit in 1990 met de publieksprijs, de Silver Scream Award. In 2001 volgde de Zilveren Méliès en in 2006 de Black Tulip, de eigen juryprijs van het festival. Sinds 2010 heeft het festival ook een online-filmcompetitie, waarvan de winnaar naar huis gaat met de Time Capsule Award. De jongste loot aan de prijzentak is de MovieZone Imagine Award; sinds 2012 bepaalt een jongerenjury welke film deze onderscheiding verdient.
De Syfy Silver Scream Award, zoals deze onderscheiding tegenwoordig voluit zit (omdat het Syfy Channel een der sponsors is), ging naar de (uit 2013 stammende) documentaire ‘Jodorowsky’s Dune’ van Frank Pavich. Hierin wordt op zowel informatieve, maar vooral amusante wijze uit de doeken gedaan hoe de Chileense regisseur Alejandro Jodorowsky de veelgeprezen sf-roman ‘Dune’ van Frank Herbert hád willen verfilmen. Hád, ja, want de versie die hij en zijn team in de jaren ‘70 voor ogen hadden, met o.a. Orson Welles, Mick Jagger, Amanda Lear en Salvador Dalí als castleden en de Franse striptekenaar Jean ‘Moebius’ Giraud als art director, is er nooit gekomen. Er was simpelweg geen studio te vinden die er geld in durfde te steken. Later lukte het David Lynch wél om de boekverfilming van de grond te krijgen. Lynch’ adaptatie – die overigens ook op Imagine werd vertoond – had Jodorowsky eigenlijk helemaal niet willen zien, maar mensen uit zijn omgeving, waaronder zijn zoon Brontis (die in de film van zijn vader zou hebben gespeeld) wisten hem over te halen om toch te gaan kijken. Dat kostte hem moeite, maar gaandeweg klaarde zijn gemoedstoestand op, want, zo vertelt hij vreugdevol in de documentaire, “gelukkig was de film slecht!”
In ‘Jodorowsky’s Dune’ toont de dan 84-jarige Chileen, die ook nog stripauteur, theatermaker, schrijver, dichter en essayist is, zich een buitengewoon excentrieke, openhartige en energieke persoonlijkheid aan wiens lippen je direct blijft hangen. Tevens komen allerlei mensen aan het woord of voorbij in archiefbeelden die op een of andere manier bij zijn ‘Dune’-project betrokken waren geweest of er een mening over hebben. Onder hen bevinden zich onder meer de Franse producer Michel Seydoux, de weduwe van Moebius en de Zwitserse kunstenaar H.R. Giger (die later wereldberoemd zou worden met zijn werk voor onder meer ‘Alien’).
Jodorowsky himself zou aanwezig zijn op Imagine als eregast, maar, zo verklaarde festivaldirecteur Chris Oosterom voorafgaand aan de vertoning, een week eerder was de filmmaker dusdanig ziek geworden dat hij zijn reis naar Amsterdam noodgedwongen had moeten afzeggen. Spijtig voor organisatoren en bezoekers natuurlijk, maar alleszins begrijpelijk en – gelet op de broze gezondheid van deze éminence grise – niet meer dan verstandig. Van de oude meester was, à propos, op het festival ook zijn nieuwste wapenfeit, ‘La Danza de la Realidad’, te aanschouwen. In deze deels autobiografische, in de jaren ’30 spelende film vat een Stalinist het plan op om een gehate dictator te vermoorden en infiltreert daartoe in diens staf.
In de quiz ‘De Grote Geek-Q Test’ konden in teamverband deelnemende filmgeeks hun kennis van sciencefiction, geeky films, series en comics, games en wetenschap tentoonspreiden. Zijn moesten in vijf rondes antwoord geven op de meest uiteenlopende vragen. Van ‘hoe-heet-die-planeet’ en het (weinig succesvol) naspelen van het ‘Close Encounters’-deuntje tot het toepassen van Einsteins fameuze E=MC2-vergelijking. Winnaar werd team Braindead (Klaas Kaptijn, Romy van Krieken, Edgar Schaake en Ruben van Eijl), dat in de finale een vernietigende slag toebracht aan het tot die eindfase nog aan kop staande Klaatu Barada Neckties-team (Tonio van Vugt, Natasja van Loon, Luuk Imhann en Luuk van Huët).
En tot slot werd met een in de foyer geprojecteerd compilatieprogramma een hommage gebracht aan het fenomeen ‘mad scientists’.
Aantal prijzen op Imagine in loop der tijd gestegen
Het aantal prijzen dat op Imagine vergeven wordt, is in de loop der tijd aardig gestegen. Het begon ooit in 1990 met de publieksprijs, de Silver Scream Award. In 2001 volgde de Zilveren Méliès en in 2006 de Black Tulip, de eigen juryprijs van het festival. Sinds 2010 heeft het festival ook een online-filmcompetitie, waarvan de winnaar naar huis gaat met de Time Capsule Award. De jongste loot aan de prijzentak is de MovieZone Imagine Award; sinds 2012 bepaalt een jongerenjury welke film deze onderscheiding verdient.
De Syfy Silver Scream Award, zoals deze onderscheiding tegenwoordig voluit zit (omdat het Syfy Channel een der sponsors is), ging naar de (uit 2013 stammende) documentaire ‘Jodorowsky’s Dune’ van Frank Pavich. Hierin wordt op zowel informatieve, maar vooral amusante wijze uit de doeken gedaan hoe de Chileense regisseur Alejandro Jodorowsky de veelgeprezen sf-roman ‘Dune’ van Frank Herbert hád willen verfilmen. Hád, ja, want de versie die hij en zijn team in de jaren ‘70 voor ogen hadden, met o.a. Orson Welles, Mick Jagger, Amanda Lear en Salvador Dalí als castleden en de Franse striptekenaar Jean ‘Moebius’ Giraud als art director, is er nooit gekomen. Er was simpelweg geen studio te vinden die er geld in durfde te steken. Later lukte het David Lynch wél om de boekverfilming van de grond te krijgen. Lynch’ adaptatie – die overigens ook op Imagine werd vertoond – had Jodorowsky eigenlijk helemaal niet willen zien, maar mensen uit zijn omgeving, waaronder zijn zoon Brontis (die in de film van zijn vader zou hebben gespeeld) wisten hem over te halen om toch te gaan kijken. Dat kostte hem moeite, maar gaandeweg klaarde zijn gemoedstoestand op, want, zo vertelt hij vreugdevol in de documentaire, “gelukkig was de film slecht!”
In ‘Jodorowsky’s Dune’ toont de dan 84-jarige Chileen, die ook nog stripauteur, theatermaker, schrijver, dichter en essayist is, zich een buitengewoon excentrieke, openhartige en energieke persoonlijkheid aan wiens lippen je direct blijft hangen. Tevens komen allerlei mensen aan het woord of voorbij in archiefbeelden die op een of andere manier bij zijn ‘Dune’-project betrokken waren geweest of er een mening over hebben. Onder hen bevinden zich onder meer de Franse producer Michel Seydoux, de weduwe van Moebius en de Zwitserse kunstenaar H.R. Giger (die later wereldberoemd zou worden met zijn werk voor onder meer ‘Alien’).
Jodorowsky himself zou aanwezig zijn op Imagine als eregast, maar, zo verklaarde festivaldirecteur Chris Oosterom voorafgaand aan de vertoning, een week eerder was de filmmaker dusdanig ziek geworden dat hij zijn reis naar Amsterdam noodgedwongen had moeten afzeggen. Spijtig voor organisatoren en bezoekers natuurlijk, maar alleszins begrijpelijk en – gelet op de broze gezondheid van deze éminence grise – niet meer dan verstandig. Van de oude meester was, à propos, op het festival ook zijn nieuwste wapenfeit, ‘La Danza de la Realidad’, te aanschouwen. In deze deels autobiografische, in de jaren ’30 spelende film vat een Stalinist het plan op om een gehate dictator te vermoorden en infiltreert daartoe in diens staf.
De Zilveren Méliès voor beste lange Europese fantastische film werd toegekend aan de Duitse film ‘Der Samurai’ van Till Kleinert. In deze horrorthriller in David Lynch-stijl – een soort mix van ‘Twin Peaks’ en ‘Blue Velvet’ volgens de organisatoren – brengt een politieman aan de Duits/Poolse grens op een avond een door de post op het bureau afgeleverd samoeraizwaard naar de degene die de rechtmatige eigenaar hiervan beweert te zijn. Hierdoor leert hij de donkere kant van zichzelf kennen. In het juryrapport lezen we: “Deze afstudeerfilm, gemaakt met weinig budget en medegefinancierd middels crowdfunding, voelt als een volwassen vertelling. Op een originele manier weet de maker de genres thriller, horror, coming of age en zélfs Samuraifilm te combineren tot een persoonlijke film. De regisseur weet dit spannende kat-en-muis-spel beheerst op te bouwen en vliegt nergens uit de bocht. De dansscène aan het einde van de film vond de jury unaniem onvergetelijk.”
De Zilveren Méliès voor beste korte Europese fantastische film ging naar ‘Reset’ van Marcus Kryler en Fredrik Åkerström uit Zweden. Dit is het verhaal van Sophie, die met haar moeder in een afgelegen huis woont. Moeder leest haar brieven van vader voor, totdat Sophie ontdekt dat de brieven slechts een viercijferige code bevatten. Vanaf dat moment is het met de rust gedaan en krijgt Sophies verhaal een huiveringwekkende nieuwe dimensie. De jury oordeelde als volgt over ‘Reset’: “Wat begint als een soort kostuumdrama in een klein huisje tussen de velden, wordt met de minuut mysterieuzer. De fotografie is om je vingers bij af te likken. Het eenzame, maar kordate meisje in de hoofdrol is prachtig gecast. Je hoopt dat ze haar vader zal hervinden. Dat ze de sleutel ontdekt. De code kraakt. Ook al wordt het snel steeds enger en weet je niet meer wie je kunt vertrouwen.”
De Black Tulip Award ging naar ‘Coherence’ van de Amerikaan James Ward Byrkit. In deze sf-film zorgt een langs de Aarde scherende komeet voor opheffing van de gebruikelijke toestand, waarin diverse varianten van dezelfde werkelijkheid niet met elkaar botsen. Hierdoor blijken er van de vriendenclub die in de film centraal staat ineens talloze varianten te bestaan. ‘Coherence’ is thematisch verwant aan ‘Plus One’, die eveneens op Imagine draaide. De jury licht haar keuze als volgt toe: “Films die je als 'mindfuck' kan omschrijven, verzanden vaak in zielloos puzzelwerk. ‘Coherence’ doet het echter feilloos, door het intrigerende concept van parallelle universums te behandelen maar het daarbij onvermijdelijke puzzelwerk eigenlijk bijkomstig te laten. Bijzonder is ook dat deze lowbudgetfilm genoeg heeft aan op de mumblecore-leest geschoeide gesprekken aan een eettafel, een kartonnen doos en een stel glowsticks, om het beeld van oneindig veel werelden op te roepen: een dubbele verdienste van regisseur James Ward Byrkit, want die stond ook in voor het spitse script.”
Om in aanmerking te kunnen komen voor de Time Capsule Award, moest dit jaar in 30 seconden een ijzersterke trailer voor het festival rond het thema Fantastic Science gemaakt worden. Uit de bus als winnaar kwam ‘Looking for Laika’ van TheVideoMatic. Een passage uit het juryrapport: “...een trailer, die het Fantastic Science-thema op originele wijze verbeeldde en die de kijker, helemaal in de sfeer van het festivalaffiche, naar een andere wereld transporteerde en waaruit blijkt dat Imagine een universele aantrekkingskracht geniet. De animatie is professioneel én eigenzinnig, en het uitgekiende sounddesign met prachtige piepjes en bliepjes maakt de boodschap helemaal af.” ‘Looking for Laika’ bleek ook de favoriete Time Capsule van het festivalpubliek.
Onderscheiden met de MovieZone Imagine Award werd ‘Cheap Thrills’ van E.L. Katz uit VS. Je jongerenjury schreef hierover: “Deze heftige film maakte bij ons allemaal veel los. Vooral over de acteerkunsten van de hoofdrolspeler waren we zeer onder de indruk. Door het handheld-camerawerk lijkt het alsof we er echt bij zijn en voelen we de angst en machteloosheid van de hoofdpersoon echt. Door de art-direction en het koude kleurgebruik worden we volledig opgeslokt in de kille atmosfeer.”
Meer informatie: www.imaginefilmfestival.nl
De Zilveren Méliès voor beste korte Europese fantastische film ging naar ‘Reset’ van Marcus Kryler en Fredrik Åkerström uit Zweden. Dit is het verhaal van Sophie, die met haar moeder in een afgelegen huis woont. Moeder leest haar brieven van vader voor, totdat Sophie ontdekt dat de brieven slechts een viercijferige code bevatten. Vanaf dat moment is het met de rust gedaan en krijgt Sophies verhaal een huiveringwekkende nieuwe dimensie. De jury oordeelde als volgt over ‘Reset’: “Wat begint als een soort kostuumdrama in een klein huisje tussen de velden, wordt met de minuut mysterieuzer. De fotografie is om je vingers bij af te likken. Het eenzame, maar kordate meisje in de hoofdrol is prachtig gecast. Je hoopt dat ze haar vader zal hervinden. Dat ze de sleutel ontdekt. De code kraakt. Ook al wordt het snel steeds enger en weet je niet meer wie je kunt vertrouwen.”
De Black Tulip Award ging naar ‘Coherence’ van de Amerikaan James Ward Byrkit. In deze sf-film zorgt een langs de Aarde scherende komeet voor opheffing van de gebruikelijke toestand, waarin diverse varianten van dezelfde werkelijkheid niet met elkaar botsen. Hierdoor blijken er van de vriendenclub die in de film centraal staat ineens talloze varianten te bestaan. ‘Coherence’ is thematisch verwant aan ‘Plus One’, die eveneens op Imagine draaide. De jury licht haar keuze als volgt toe: “Films die je als 'mindfuck' kan omschrijven, verzanden vaak in zielloos puzzelwerk. ‘Coherence’ doet het echter feilloos, door het intrigerende concept van parallelle universums te behandelen maar het daarbij onvermijdelijke puzzelwerk eigenlijk bijkomstig te laten. Bijzonder is ook dat deze lowbudgetfilm genoeg heeft aan op de mumblecore-leest geschoeide gesprekken aan een eettafel, een kartonnen doos en een stel glowsticks, om het beeld van oneindig veel werelden op te roepen: een dubbele verdienste van regisseur James Ward Byrkit, want die stond ook in voor het spitse script.”
Om in aanmerking te kunnen komen voor de Time Capsule Award, moest dit jaar in 30 seconden een ijzersterke trailer voor het festival rond het thema Fantastic Science gemaakt worden. Uit de bus als winnaar kwam ‘Looking for Laika’ van TheVideoMatic. Een passage uit het juryrapport: “...een trailer, die het Fantastic Science-thema op originele wijze verbeeldde en die de kijker, helemaal in de sfeer van het festivalaffiche, naar een andere wereld transporteerde en waaruit blijkt dat Imagine een universele aantrekkingskracht geniet. De animatie is professioneel én eigenzinnig, en het uitgekiende sounddesign met prachtige piepjes en bliepjes maakt de boodschap helemaal af.” ‘Looking for Laika’ bleek ook de favoriete Time Capsule van het festivalpubliek.
Onderscheiden met de MovieZone Imagine Award werd ‘Cheap Thrills’ van E.L. Katz uit VS. Je jongerenjury schreef hierover: “Deze heftige film maakte bij ons allemaal veel los. Vooral over de acteerkunsten van de hoofdrolspeler waren we zeer onder de indruk. Door het handheld-camerawerk lijkt het alsof we er echt bij zijn en voelen we de angst en machteloosheid van de hoofdpersoon echt. Door de art-direction en het koude kleurgebruik worden we volledig opgeslokt in de kille atmosfeer.”
Meer informatie: www.imaginefilmfestival.nl