Hoe gekker, hoe liever, inclusief moord.
Zo kan je zowat elke roman noir van Bavo omschrijven. Ik krijg de indruk dat hij alle normale grenzen voor een thriller steeds meer probeert te doorbreken. Zijn personages zijn altijd realistisch en geloofwaardig maar gaan dan over de top, zijn plots beginnen normaal en realistisch en plots verlies je elk besef van wat er echt gebeurd. Deze nieuwe roman is dus geen uitzondering, behalve misschien dat de plot nog wat verder gaat in het bewust gekozen koldereske, wat niet betekent dat dit altijd grappig is. Kolder kan vaak heel duister zijn. Jack Sparks is een ex Vietnam veteraan en krijgt een baantje als buitenwipper (portier) voor de nachtclub van Fats Foley. We schrijven 1976. Jack is niet bepaald een intellectueel highlight, hij heeft de bijnaam ‘de sfinx’ en dat bewijst hij als een jonge zwarte vrouw voor zijn ogen doodgeschoten wordt omdat hij haar niet binnen liet, ze had haar pasje voor de club niet bij. Jack wordt ontslagen maar schept een nieuwe job: samen met een sleutelmaakster begint hij een inbraakprocédé. Slot forceren, sleutelmaakster doen komen, nieuw slot en tevens een reservesleutel, en dan inbreken maar bescheiden doen inzake de buit. Het wordt wel ingewikkelder dan dat: Fats Foley is geobsedeerd door Randy Wells, een mormoonse ‘genezer’ (uiteraard allemaal fake), die schatrijk is en drie vrouwen heeft, nou ja, had, want één ervan was de jonge dame die voor de club doodgeschoten werd. Zij moest Fats een heel speciale sleutel brengen, en die heeft Jack nu. De andere twee dames hebben ook nog een rol. Ik verklap nog niet teveel, want nu begint het pas ingewikkeld te worden. Drie verhaallijnen kruisen, de relaties van alle personages vloeien samen, en het resultaat is een erg maffe thriller, de geloofwaardigheid van het gebeuren vergt soms het uiterste van de lezer, maar die wordt gewoon meegesleurd in de maelstroom. Zowat elk personage heeft minstens een hoek af, soms een stuk of twee. Veel actie, humor, sarcasme, en dit alles doordrenkt met ettelijke leuke verwijzingen naar films en acteurs uit de jaren ’70 voor de liefhebbers. Zowaar dan nog een happy end, als in the movies? Interne logica? Ja, hoe ongelooflijk ook, die is er wel, maar het beste is daar niet teveel aan te denken, laat je gewoon meeslepen door een intrigerend, uiterst maf en uiterst genietbaar verhaal vol actie. Daarna kan je even rustig over nadenken over de dubbele bodems en verwijzingen die je de eerste keer gemist hebt. En een roman noir met een happy end, ja, dat mag ook al eens. Heel filmisch visueel, zo zie ik het voor mij. Keurig gedaan!
Eddy C. Bertin (4)
Zo kan je zowat elke roman noir van Bavo omschrijven. Ik krijg de indruk dat hij alle normale grenzen voor een thriller steeds meer probeert te doorbreken. Zijn personages zijn altijd realistisch en geloofwaardig maar gaan dan over de top, zijn plots beginnen normaal en realistisch en plots verlies je elk besef van wat er echt gebeurd. Deze nieuwe roman is dus geen uitzondering, behalve misschien dat de plot nog wat verder gaat in het bewust gekozen koldereske, wat niet betekent dat dit altijd grappig is. Kolder kan vaak heel duister zijn. Jack Sparks is een ex Vietnam veteraan en krijgt een baantje als buitenwipper (portier) voor de nachtclub van Fats Foley. We schrijven 1976. Jack is niet bepaald een intellectueel highlight, hij heeft de bijnaam ‘de sfinx’ en dat bewijst hij als een jonge zwarte vrouw voor zijn ogen doodgeschoten wordt omdat hij haar niet binnen liet, ze had haar pasje voor de club niet bij. Jack wordt ontslagen maar schept een nieuwe job: samen met een sleutelmaakster begint hij een inbraakprocédé. Slot forceren, sleutelmaakster doen komen, nieuw slot en tevens een reservesleutel, en dan inbreken maar bescheiden doen inzake de buit. Het wordt wel ingewikkelder dan dat: Fats Foley is geobsedeerd door Randy Wells, een mormoonse ‘genezer’ (uiteraard allemaal fake), die schatrijk is en drie vrouwen heeft, nou ja, had, want één ervan was de jonge dame die voor de club doodgeschoten werd. Zij moest Fats een heel speciale sleutel brengen, en die heeft Jack nu. De andere twee dames hebben ook nog een rol. Ik verklap nog niet teveel, want nu begint het pas ingewikkeld te worden. Drie verhaallijnen kruisen, de relaties van alle personages vloeien samen, en het resultaat is een erg maffe thriller, de geloofwaardigheid van het gebeuren vergt soms het uiterste van de lezer, maar die wordt gewoon meegesleurd in de maelstroom. Zowat elk personage heeft minstens een hoek af, soms een stuk of twee. Veel actie, humor, sarcasme, en dit alles doordrenkt met ettelijke leuke verwijzingen naar films en acteurs uit de jaren ’70 voor de liefhebbers. Zowaar dan nog een happy end, als in the movies? Interne logica? Ja, hoe ongelooflijk ook, die is er wel, maar het beste is daar niet teveel aan te denken, laat je gewoon meeslepen door een intrigerend, uiterst maf en uiterst genietbaar verhaal vol actie. Daarna kan je even rustig over nadenken over de dubbele bodems en verwijzingen die je de eerste keer gemist hebt. En een roman noir met een happy end, ja, dat mag ook al eens. Heel filmisch visueel, zo zie ik het voor mij. Keurig gedaan!
Eddy C. Bertin (4)
Originele titel I Linkeroever/Luitingh-Sijthoff I 2013 I Paperback I 288 Blz. I 9789089242372 I Bavo Dhooge